Reacties van lezers. Van de heer P.A.Harthoorn uit Canterbury Engeland ontvin gen wij de volgende opmerking over het artikel "Westkerke" door J.P.B.Zuurdeeg(Nehalennia 33 pag.21) Het betreft de zinsnede: "In 1574 is er een geschil tussen Pier en Roel,beide molenaars.Een schepenakte van Scherpe- nisse vermeldt,dat dan de laatste de gouden kroon moet be talen,welke op de molen van Westkerke is gezet.Vermoedelijk ging dit geschil over een versiering." Er wordt dus de indruk gewekt,dat "de gouden kroon"een versiering was,die op de molen geplaatst was. Zonder de akte gelezen te hebben,denk ik echter dat hier sprake is van een geschil tussen de molenaarswie van hen het(jaarlijkse?)recht van een gouden kroon moest betalen (aan de ambachtsheer?).Een gouden kroon was n.l. een Franse gouden munt,die ook in de Nederlanden veelvuldig in omloop geweest is.De term in de akte is misschien geweest"een gouden kroon op de molen gestelt" Naar aanleiding van bovenstaande ontvingen wij desgevraagd van de heer Zuurdeeg het volgende antwoord: Ik meen dat de heer Harthoorn inderdaad gelijk heeft.Met "de goude croone die sij op de molen geset hebben"zal een munteenheid zijn bedoeld. Een pachtovereenkomst van deze molen van Westkerke is mij niet bekend. Hier volgen de betreffende alinea's uit de desbetreffende schepenakte,inventaris van de rechtbanken van de eilanden (Lasondernr5730 <f '7 V- 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1980 | | pagina 31