kan niet van verbetering worden gesproken: voor de nieuwe elementen is geen studie gemaakt van Weidtman's werk,tal van oorspronkelijke elementen zijn door gebrek aan kennis van restauratietechnieken nodeloos vervangen,wat in het geval van het pijprooster door het sterk looizuur houdende nieuw eikenhout tot aantasting van het oude en nieuwe pijpwerk zal leiden. Dat een dergelijke ingreep kan plaatshebben vindt mede zijn oorsprong in het feit dat dit waardevolle instrument nog niet op de lijst van beschermde monumenten werd ge plaatst.Voor wie geen subsidiëring wenst gelden dan ook geen voorschriften.Het standpunt de overheid niet lastig te vallen met subsidieaanvrage wanneer men zelf over de nodige middelen beschikt is te waarderen wanneer men daar bij een zelfde zorgvuldigheid betracht die Monumentenzorg met het verstrekken van subsidies beoogt te bereiken. Waar dit niet het geval is benadeelt men ook zich zelf door veel geld uit te geven voor een behandeling die voor een dergelijk waardevol monument geen waardevermeerdering met zich meebrengt. J.H.K. 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1980 | | pagina 41