De eerste jaren na 1850 huisde Johan Christoffel Meijer
in het sociëteitsgebouw,dat op 22 januari 1877 aan het
Rijk werd verkocht.Het jaar daarop kwamen de kwekelingen
en leraren erin,nadat ze eerst in het gerechtsgebouw had
den gehuisd.Als leslokalen aan de straatzijde waren de
kamers minder geschikt vanwege het straatlawaaiDaarom
vroeg de directeur in 1880 aan het gemeentebestuur vóór
de school een houten- of bestrating van klinkers aan te
brengen.Het lawaai in de Lange Noordstraat was destijds
zo ergelijk dat tijdens de zitting van de gemeenteraad
de straat met een ketting werd afgesloten.
Tot december 1979 bleef de Rijks Pedagogische Academie
in het gebouw,waarna de Rijks Belastingdienst er haar in
trek in nam.
HET GEBOUW
Zoals reeds eerder is opgemerkt is het huidige gebouw
voortgekomen uit de verbouwing van drie woningen tot één.
In kelders en op zolders zijn daar meestal sporen van te
vinden.Dat is ook bij dit pand het geval.Van de noordelij
ke woning,rond 1606 in het bezit van Ferdinand Alleman,
is de beneden achtergevel in de kelder duidelijk zicht
baar. In de muur van 30 cm dikte zit naast de deur aan
weerszijden een ruimte voorzien van een sierlijk gedraaid
diefijzer.Ook de kelder,van ongeveer vier bij zeven meter,
met grijze plavuizen en een tongewelf,is nog volledig in
takt.Van de beide andere woningen konden we geen kelder
ruimtes ontdekken.
Tijdens de grote verbouwing van 1732 kregen de drie wonin
gen een totaal ander aanzien.Was tot die tijd het aanzien
van de drie huisjes op de Lange Noordstraat gericht,nu
zou de tuinzijde de entree worden.
Twee keldersverbonden via een nauwe doorgang,gelijkvloers
twee kamers met een brede gang,een ruime bovenverdieping
en zolder werden nu achter de drie huisjes opgetrokken.
Een sierlijke lijstgevel met opschrift "Anno MDCCXXXII"
vervolmaakte het geheel.Om de bovenverdieping te bereiken
nodigde een majestueuze trap uit; de bediendes bereikten
7