lingen zouden kunnen plaats vinden.
Voor een ontwikkeling in bovenbedoelde zin was het dus
een absolute noodzaak over meer ruimte te beschikken.
Middels besprekingen bleek dat de naast de Kapel gelegen
boerderij kon worden aangekocht,dat een noodstal 81) kon
worden ingericht als consistorie,tentoonstellings/logeer-
ruimte,dat de grond waarop vroeger de parochiehuizen heb
ben gestaan rondom de terp uit de pacht kon worden geno
men en met bos kon worden beplant en dat tenslotte de Heer
en Mevrouw Groenenberg bereid waren de zorg voor kerk en
terrein op zich te nemen.
Toen bleek dat dit alles kon worden gerealiseerdwerd sub
sidie voor de restauratie van de Kapel aangevraagd op basis
van restauratietekeningen,82) welke door de architect
Rappange Sr. waren vervaardigd.
Aanvankelijk kwam de subsidie voor dit op de monumenten
lijst 82a) voorkomende object slechts uit op 70% van de
subsidiabele kosten,maar na de stormramp van 1953,welke
gelukkig Hoogelande voorbij ging,kon de overheid de sub
sidie vaststellen op 90%.Het besluit tot restauratie
werd genomen en het aannemingsbedrijf Woudenberg te Mid
delburg nam op zich het werk uit te voeren.De restauratie
was spoedig op gang, 83) waarbij oude materialen konden
worden gebruikt welke in Middelburg door het bombardement
waren vrijgekomen.
Dat er in de pers artikelen 84)verschenen waarin men zich
uitsprak tegen de restauratieplannen,is begrijpelijk maar
kwam voort uit het niet op de hoogte zijn van enerzijds
de achteruitgang van het gebouw en anderzijds de mogelijk
heden welke er voor de toekomst zouden zijn te realiseren.
De plechtige opening 85) vond plaats door de Commissaris
van de Koningin in Zeeland,Mr.J.van Aartsen,op 2 september
1965,in gezelschap van zijn echtgenote en de burgemeester
van de Gemeente Mariekerke.
De ambachtsheer heeft Kapel en consistoriegebouw verhuurd
aan een Stichting,de Stichting Kapel van St.Maarten.
Het bestuur van deze Stichtingwaarvan de ambachtsheer
q.q. deel uitmaaktorganiseert en coördineert alle acti
viteiten.
15