onderhouden door de gilden.Elk gilde had zijn eigen raam.
Aan de noordkant was het le raam van de schippershet 2e
van de wevers,dan volgden de bakkers en de kuipers.
In het dwarsschip aan de noordkant de smeden en de metse
laars,aan de zuidkant de timmerlieden.In de preekkerk nog
de kleermakersde bakkers,de hoveniers en de beenhakkers.
Vanaf 1802 is het onderhoud ten laste van de kerk.In 1836
zijn de twee grote ramen in de westgevel ingewaaid,en
heeft men ze dichtgemetseld.Van de oorspronkelijke aanwe
zige gebrandschilderde glazen is niets meer over.In 1875
wordt nog gesproken over enige scheepjes en een timmerman
die op de glazen te zien waren.
Het scheepje.
In de kerk hangt een fraai getuigd model van een convooi-
schip,gemaakt in 1806,naar een model uit 1721.Het model
is ca.125 cm. lang en is uitgerust met 52 kanonnen.
Scheepje
27