Na een spookverhaaltje in dialect volgt het belangrijkste deel van K's studie:zijn woordenlijstGewapend met plaat jes van werktuigen in gebruik op het plattelandheeft hij een 70-jarige geboren en getogen Koewachter opgezocht en hem die afbeeldingen voorgelegdZijn zegsman vertelde steeds iets over elk voorwerp dat hem getoond werd,gaf de naam,zei hoe het gebruikt werd,waarom,ook waarom het evt. vervangen werd,enz. Sch. heeft daar het zijne aan toege voegd,b.v. bij een aantal woorden iets over de herkomst of andere inlichtingen.Ik vind het jammer,dat hij daarbij in de meeste gevallen zijn bron(nen) niet nadrukkelijk noemt,maar vooral:dat hij niet duidelijk laat uitkomen of het woord,al dan niet in de vermelde betekenis, in het Zeeuws Woordenboek voorkomt.Ongetwijfeld zullen echter zijn 50-tal vondsten een belangrijke aanvulling vormen, mede door de informatie eromheen. Deze studie en die over Noord-Beveland wilden wij graag onder uw aandacht brengen;wij zijn blij met deze belang stelling in de vorm van de taalonderzoek en hopen,dat die op dezelfde manier voor andere streken of plaatsen tot uiting zal komen.Voor belangstelenden liggen de werkstuk ken ter inzage op het Secretatiaat:Boulevard de Ruyter 194,Vlissingen. N.B. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1980 | | pagina 46