hoge rechtspraak van de ambachtsheren elk in hun ambachts
heerlijkheid, terwijl de Baljuw in Zeeland gewoonlijk ont
brak
Hoe later de ontwikkeling geweest is staat niet vast.Het
lijkt er op dat de "Staten" groeiden uit het samenvloeien
van de standenvertegenwoordiging en de raden(adviseurs van
de Graaf).Onder Philips werden de edelen in de Staten vaak
aangeduid als "leenmannen en ambachtsheren"De Abt van
Middelburg b.v. was lid van de Staten,niet als vertegen
woordiger van de geestelijkheid maar als ambachtsheer van
Oostkapelle.
Geheel Walchren was verdeeld in ambachtsheerlijkheden.
Er schijnt een verschil in de vererving van dat recht te
hebben bestaan tussen Zeeland en daarbuiten.Elders erfde
de oudste zoon,of als er geen zonen waren,de oudste dochter.
In Zeeland erfden alle kinderen voorgelijke porties,het
geen telkens versnippering ten gevolge had.
Wat Hoogelande betreft was er steeds een "van Hoogelande"
de ambachtsheer.Vanaf 1205 komen wij deze naam steeds te
gen. In 1223 wordt de naam Henricus de Alta Terra genoemd
en in brieven van 1247 en 1271 een zekere Jan Gheraert.
In een acte van 30 april 1323 komen de namen Meynars,Coli
en Laureys van Hoogelande als ambachtsheren voor,waaruit
de zojuist genoemde versnippering duidelijk blijkt.
Hoe de familie er ongeveer uitzag in 1325 5)is in het
archief te zien,terwijl het Chemisch Weekblad van 5 Octo
ber 1918,nr.40 een duidelijke familiebeschrijving 6)geeft
in een artikel over de alchemist Theobald van Hoogelande,
vergezeld van een genealogische opstelling 7)
Die familie van Hoogelande speelde een steeds belangrij
ker rol op kerkelijk en burgelijk bestuurlijk gebied.
Zo wordt Nicolaas van Hoogelande tussen 1294 en 1345 ge
noemd als Abt van de Abdij van Middelburg.Vele van Hoo-
landes waren poorters van Middelburg 8) en de voornaamste
van hen zal wel geweest zijn Lieven Hugesz. van Hoogelande
8),die in 1509 burgemeester van Middelburg was.
5