De munt was een belangrijke bron van inkomsten voor de
overheid en het is dan ook niet te verwonderen dat Zee
land na de opstand tegen Filips II pogingen in het werk
stelde om een eigen munt op te richten: men kon dan een
eigen monetair beleid voeren en voor de handel was het
ook van groot belang dat de kooplieden hun goud en zil
ver in gemunt geld konden omzetten.De Staten van Zeeland
besloten op 15 oktober 1579 tot de oprichting van een
eigen munt,welk besluit in 1580 werd geëffectueerd,on
danks tegenstand van prins Willem van Oranje en de Staten
vanHolland,die zelfs de pas aangestelde muntmeester
Jeronimus Bruynzeels in hechtenis namen.De tentoonstel
ling laat een groot aantal oorspronkelijke stukken betref
fende de oprichting zien o.m. de rekening uit 1580 van
Pieter Resen,met de bestekken en kwitanties als bijlagen.
Deze laatste zijn uitermate belangrijk voor een ander
belangrijk aspect: de verbouwing van het Abdijcomplex
ten behoeve van de vestiging van de Munt.Het blijkt dat
men met weinig piëteit in de sinds 1574 in bezit genomen
abdijgebouwen te werk is gegaan.
Gezicht in de Munt naar de afbeelding in de Chronijk-
almanak. Zelandia Illustrata II, 526.
5