de vele miljarden guldens die thans worden uitgegeven om de Oosterschelde voor de natuur en de oestercultuur te be houden. Onder druk van raadsleden en de onlangs opgerichte water sportvereniging zijn er thans plannen om op korte termijn de haven uit te diepen en qeschikt te maken als jacht-en passantenhaven.Ook aan de beroepsvisserij moet worden ge dacht.De capaciteit en het waterpeil vormen echter een probleem.Het toekomstig peil van het water in het Zoommeer en dus van de hiermee in open verbinding staande Thoolse haven zal na het sluiten van de Oesterdam in 1985 op onge veer NAP komen te liggen.Om dan een diepte van 1.5 m te krijgen zal tussen 30 en 150 cm grond gebaggerd moeten worden.Problemen komen er eerst wanneer de haven met de huidige ebstand geschikt moet worden gemaaktcmdat het eeuwenoude dijkje tussen de haven en de Eendracht en ook de omstreeks 1954 aangebrachte betonnen beschoeiing aan de westzijde van de grote haven hierop niet berekend zijn. Dit is wel het geval met de nieuwe damwand van de kleine haven.Bij een te grote opzet van de aanpassingsplannen,zal het havendijkje,evenals het aanzien en de intimiteit van de haven verdwijnenOngetwijfeld zal een goede jachthaven en een verbeterde accommodatie voor de beroepsvisserij het dode stadje nieuw leven inblazen. 16 'Ramp te Oud-Vosmeer(13 Maart 1906)

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1980 | | pagina 18