J.v.d.Berg en W.Hendrikse. Een Romeinse schelpkalkbrande
rij uit de eerste eeuw te Koudekerke (Zld) met notities
over zoutwinning.
Westerheem XXIV-3-1980 blz.220-231
In 1975 werd door de Werkgroep Zeeland van de Archeolo
gische Werkgemeenschap voor Nederland aan de Meinersweg
te Koudekerke een Romeinse cultuurlaag opgegraven die
aan het licht gekomen was bij het leggen van een gaslei
ding. Deze laag kon door middel van het opgegraven aarde
werk gedateerd worden in het 4e kw. van de eerste eeuw
na Chr.Naast diverse typen van Romeins aardewerk werd in
kleiner aantal inheems aardewerk gevonden.In het verslag
wordt dit laatste aardewerk beschreven en afgebeeld.
Verder wordt de vondst van een dikke aslaag en restanten
van ovens in verband gebracht met een schelpkalkbranderij
Zou de schelpkalk hiervan,vragen de auteurs zich af,ge
bruikt kunnen zijn voor een in steen opgetrokken vloot-
basis aan of voor de noordkust van Walcheren? Talrijke
fragmenten van Romeinse dakpannen (o.a. met schelpmortel)
werden in de loop der jaren gevonden aan het noordstrand
van Walcheren.Sommige daarvan dragen het stempel van de
Romeinse oorlogsvloot in Germanië.Andere plaatsen in
Zeeland waar schelpkalk werd gebrand waren Ritthem (2
vindplaatsen)Middelburg en 's Heer AbtskerkeNaar tot
nu toe (te) vaak wordt aangenomen (en overgenomen) dien
de het ovencomplex te 1s Heer Abtskerke om door verbran
ding van zout veen zout te winnen.De beide schrijvers
weerleggen met sterke argumenten deze theoriezodat deze
moeilijk langer houdbaar is.Op goede gronden waarschuwen
zij ervoor dat wanneer in deze streken ovens,as of/en
slakken worden gevonden bij opgravingen uit de Romeinse
tijd of vroeger,er niet altijd sprake hoeft te zijn van
zoutwinning; er wordt wel eens te makkelijk naar deze
verklaring gegrepen.Uit de uitgebreide literatuuropgave
blijkt dat zij zich grondig in dit onderwerp hebben ver
diept zodat een alleszins aannemelijke verklaring kon
worden gegeven voor hetgeen bij deze opgraving te voor
schijn is gekomen.
A.M.D.T.
51