Het z.g. "Willemstapijt" werd wel in zijn geheel afge beeld,omdat er eigenlijk geen sprake is van een rand als bij de zeeslagen"De afmetingen van dit stuk waren ook niet zo groot.Om een zekere eenheid tot stand te brengen voorzag Verheye v.C. ook dit tapijt van enige versregels, uiteraard zonder de Latijnse tekst van de inscritie. Verheye v.C. liet zodoende gekleurde aftekeningen maken. In hetzelfde jaar 1783 vervaardigde hij de hiervoor ge noemde plattegrond van de zaal.De verschillende onderde len van het interieur zijn hierop duidelijk te zien.De lange vergadertafelwaaraan de afgevaardigen van de stem hebbende steden in een voorgeschreven volgorde naar be langrijkheid zaten.Voorts is hierop o.m. aangegeven de plaats van de schoorsteen en de kachel;aan de noordzijde de raampartij,die uitzicht gaf op het Abdijplein.Ook is de plaats en opeenvolging der wandtapijten in dat jaar bekend;onder de plattegrond staan bijzonderheden over de ligging van de zaal in het Abdijgebouw en de voorstel lingen op de tapijten met een verwijzing naar historische bronnen Het ligt voor de hand om te denken dat het laten af beelden der tapijten en het vervaardigen van de platte grond een bepaalde samenhang hadden.Het was de bedoeling de situatie van het zaalinterieur vast te leggen vóórdat eventuele veranderingen zouden optreden.Met name in 1783 bestonden er plannen om noodzakelijke reparaties te laten verrichten.Op 3 september 1783,dus juist vóór het gereed komen der afbeeldingenwerd een commissie benoemd om te zien op welke wijze de herstellingen zouden worden uitge voerd: een al of niet modieuze aanpassing van het interieur behoorde tot de mogelijkheden.Als bewijs kan o.m. hiervoor gelden,dat op 16 februari 1784 de stad Veerestemhebbend in de Staten,een protest indiende tegen het weghalen der tapijten.Ze zijn gelukkig niet uit de zaal verwijderd. Het protest van Veere met betrekking tot de unieke wand versiering in de Statenzaal dient gezien te worden als een voorbeeld van het doorbreken van een historisch besef, 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 10