i.e. van de waarde van het interieur.Wel zijn de tapijten
in de zomer van 1784 afgenomen om ze te laten wassen,het
geen met grote zorg gebeurde.Tenslotte nog een opmerking
over het werk van Snijders.Hij zegt zelf in 1785 dat het
geen "kabinetstukken" waren maar toch wel voldeden aan
het oogmerk.Wat hij daarmee bedoelde wordt niet nader
aangeduid.
Nagtglas zegt in 1893 dat Snijders geen groot kunstenaar
was. 5) Dit is inderdaad het geval.Van de Graft kon in
zijn boek over die tapijten,in 1869 uitgegeven bij het
eerste eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap niet anders
doen dan door Ch.Onghena uit Gent kopergravures naar die
gebrekkige tekeningen laten maken. 6) Drie van de zeven
tapijten waren toen in Den Haag opgeslagen en één exem
plaar zelfs zoek.Transit gloria.In feite waren de koper
gravures van Onghena een hommage bij het eeuwfeest van het
Genootschap aan Verheye v.C. ,die er immers voor had ge
zorgd dat er afbeeldingen van deze Zeeuwse "oudheden"
beschikbaar waren.Hij is dan ook een waardig en belangrijk
vertegenwoordiger in Zeeland van de al in de achttiende
eeuw in allerlei streken van ons land steeds sterker op
de voorgrond tredende actieve belangstelling voor de oud
heid en van het streven om historische gegevens betreffende
de onroerende en roerende "monumenten van geschiedenis
en kunst" vast te leggen.
Noten:
1. Zie over de Zelandia Illustrata: W.S.Unger,Catalogus
van den Historisch - Topografischen Atlas van het
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen,4 delen
Middelburg,1931,I,blz.Ill - VII en R.L.Koops,De Ze
landia Illustrata in het Rijksarchief in Zeeland,in:
Zeeuws Tijdschrift 28 (1978)blz124-126De door
Snijders gemaakte afbeeldingen bevinden zich in de
Zelandia Illustrata (W.S.UngerCatalogus IInr.535
2. W.S.UngerCatalogus,II nrs. 408 en 1063
9