VAN ENGELSCHE POLDER(S) TOT DE BATHPOLDERS door M.P.de Bruin De Maatschappij de Engelsche polder - over de maatschappij werd in enkelvoud gesproken hoewel het om twee polders ging - heeft een kort maar bewogen bestaan gehad. De geschiedenis hiervan mag men als karakteristiek be schouwen voor het sociaal-economisch leven in het midden van de 19e eeuw.Het betreft een onderneming van Engelse ingenieurs en zakenlieden,die in die tijd in heel Europa allerlei activiteiten ondernamen met afwisselend succes. De geschiedenis van de Netherlands Land Enclosure Com pany, zoals de onderneming in feite heette,is dramatisch begonnen en op een drama uitgelopen.Zij beslaat een peri ode van een halve eeuw:1856-1906 Laten wij bij het begin beginnen.De aannemer Dirk Dron kers, in de greep gekomen van de "ijzeren wegen" zoals de spoorwegen vaak werden genoemd,kreeg bij Koninklijk Besluit van 11 maart 1846 een concessie voor de aanleg van de Zeeuws-Limburgse spoorweg die twee dammen inhield: de Kreekrakdam en de Sloedam en ter vervanging van deze afgesloten vaarwegen de opdracht tot het graven van kana len door Walcheren en Zuid-Beveland.Tevens omvatte de concessie het bedijken van uitgestrekte gronden in het Verdronken land van Reimerswaal.Door allerlei omstandig heden - manipulaties was wellicht een betere omschrij ving - wordt 6 oktober 1849 de spoorwegconsessie inge trokken en aan Dronkers toestemming verleend tot afdam ming van de Oosterschelde(Kreekrakdam) en bedijking van op- en aanwassen onder de verplichting vóór de aanvang van dat werk een kanaal te graven door het eiland Zuid- Beveland.De concessie van 8 oktober 1849 regelt de voor waarden.Wie mocht denken dat Dronkers zijn plan voor een spoorwegverbinding tot aan de Duitse grens liet varen, kent zijn doorzettingsvermogen niet. 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 14