met vele magere varkens en ook een veertig stuks jongvee. Er stonden geregeld een paar wagens met stro geladen in deze mestputten.Dit was wel het hoofdvoedsel voor de run deren,de varkens werden gevoederd met wat aardappelen) en afval dat uit de stallen kwam.Ze werden niet in eenig stal geplaatst voor ze öf als mestvee of als kalfvaars bestemd waren.De varkens werden bestemd voor bakonvarkens zoo ongeveer 100 Kg. klaargemaaktDe paarden waren meest tijds zeer mager en de tuigen zorgloos.De gareelen veel van ijzer en de strengen waren kettingen. Men had nooit te vragen waar deze spannen vandaan kwamen als men die op de weg ontmoette.'t Was dan ook een zeer groot verschil met de bedrijven uit de Reigersbergsche polder waar de paarden moddervet waren en de tuigen ge poetst. Zoo waren onder 't personeel tallooze personen die hun vaste baan hadden.Men vond er machinisten voor de kokerij,de locomobielen,t personeel van de zaagloods. Vaste paardenknechtenen één die de hengst verzorgde en rondleiddeZelfs had de Mij een eigen stoomboot met vast personeel.Aan de zeedijken vond men een dijkbaas met eeni- ge vaste dijkwerkers en zoo was er voor het bewerken van 't land weinig over. Wij willen nu eens een kijkje nemen hoe 't er op 't land zoo al uitzag.Wij zeiden reeds dat de heer Harison als boer niet erg bij was.Neen in 1t land kwam de directeur niet veel,dat liet hij geheel aan zijn bedrijfsboeren over, als er maar niet veel geld ingestoken werd,al groeide er wat onkruid,dat was niet zoo erg.Op 't kantoor had hij van ieder gewas een begroting liggende,waar niet mocht boven gegaan worden met de verzorging van de gewassen. Zoo mochten b.v. de erwten niet meer kosten voor wieden dan 6,- per Ha.Was 't geld er aan verwerkt dan ging de dam dicht en groeide wat groeide.Zoo is het dan ook voor gekomen dat de arbeiders bij 't erwten pikken op een af stand van slechts 10 Meter elkaar niet konden zien staan vanwege 't vele melkriet en distels zoo erg was het met 't onkruid.Zoo ook was de oude H.v.d.Griek beroemd en onmisbaar omdat hij de eenige arbeider was die zoo prima de duist uit de karwey kon doppen.Nu wij het toch over de 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 22