INLEIDING EN ONTSTAAN VAN DE VORIGE MIJ DE Z.G.N. ENGELSCHE POLDER door D.Butijn Alvorens wij ons verslag over vijftig jaren Bathpolders aanvangen,zullen wij eerst even stilstaan bij de vorige Mij De z.g.n. Engelsche polder. Iedere andere onder ons zal zich het bestaan van deze Mij nog wel herinnerenDeze Mij dan werd resp. in 1856 wat de eerste polder betreft en in 1862 wat de 2e polder betreft, ingedijkt. Deze oude Mij heeft tot de vloed van 12 maart 19C6 bestaan, dus ook zoo ongeveer een halve eeuw.Naar men zegt was deze geheel met Engelsch kapitaal opgebouwd en de aandeelen zouden meest in handen zijn geweest van Engelsch hotel personeel.De indijking van deze polders stond in nauw con tact met het graven van het kanaal door Z.Beveland. Dat toen de indijking niet vlot is verlopen blijkt wel uit het feit dat de polders zes jaren verschillen voor 't werk algeheel klaar was.Van oude menschen hebben wij wel vernomen dat de 2e polder herhaaldelijk is doorge broken voor die klaar kwam,zelfs is een groot deel aan de zee weer prijs gegeven,en de dijk wel drie honderd meter meer landwaarts gelegd.Asl wij dan ook de erf- pachtslijn beschouwenzien wij dat een heel stuk is blij ven liggen,dat in 't plan van bedijking was opgenomen. De laatste directeur die wij persoonlijk goed gekend hebben was de heer C.HHarisonook een Engelschman in hart en nieren.Hij was gehuwd met een Belgische madam en had twee kinderen,een tweeling n.l. Charles en Charlotte. Hoewel de heer Harison niet direct een prima boer was, als mensch stond hij in hoog aanzien,en ieder die met hem te maken had,was vol lof over de humaniteit en ontzag dat van hem uitging.Ook mag van hem gezegd worden dat hij een uitstekend machinist was.Dit verwondert ons niet als wij 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 18