ging de storm in kracht toenemen en daar het juist springtij was werd er een flink tij water verwacht. Maar dat de dijken zouden doorbreken daar dacht nie mand aan.Reeds zoo dikwijls was het water over de dijk gestroomd zonder de minste schade aan te richten. Zelf toen de dijken der 2e polder over z'n geheele leng te overliep was men nog niet ongerust.Pas toen de dijk aan de landzijde begon weg te vallen toen werd het ernst,toen wilde men met man en macht naar die plaats snellen waar de schade 't eerst ontstond.Maar eerst toen de dijk bijna aan de geheele lengte aan de binnenzijde afbrokkelde en grote stukken wegvielen,toen pas zag men in,dat hulp hier niet meer baten kon en dat de 2e polder inliep.En bleef het maar bij de 2e polder,dan zou nog niet alles zijn verloren geweest maar ook de dijk van de Middenpolder viel weg op twee plaatsen,zoodat ook hier niets meer aan te doen was. vh ■;a ii! oy J'J,Shaft V'-M) 1 t' v 1} i'ö 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 12