Intusschen was er van de spoordijk zooveel grond wegge spoeld dat de rails een meter zakte op die plaats en zoo in de lucht ging(hing).Treinenvervoer moest gestaakt worden en 't duurde een heele tijd voordat er weer nor maal een trein over kon rijden.Tijdelijk moesten de rei zigers van den eenen trein tot den andere een 50 M lopen. De gevolgen van 1t verdwijnen van de duiker onder door de spoordam zijn niet klein geweest..Ten le mocht er geen duiker meer onder de spoordam meer gelegd worden,wat be- teekende voor de directie een 2e sluis te bouwen met een nieuwe suatiegeul.Ten 2e moest de geheele spoordam in staat van zeewering worden gebracht,wat bij de uit voering schandelijk is opgeleverd.Ten 3e moest een groot gedeelte van 1t water in een andere koers worden gedwon gen,wat veel delverij en verlegging van waterleidingen met zich bracht. Zoo stonden dus op 13 Maart 1906 alle drie de polders van de Engelsche Mij geheel onder water. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 16