Het derde geval betreft de Zuidpolder: "Toch was na ver loop van 5 weken 1t water reeds weg en een groot geluk was het dat het buitenwater bij de doorbraak reeds zak kende was,het water dat door de hoge vloed tot ver voor bij Antwerpen zich had opgekropt vloeide nu snel terug en met dit opgekropte Scheldewater is de Zuidpolder over stroomd geweest.Het grootste geluk was echter dat dit water op geen stukken na zoo zout was dan het water uit de OosterscheldeBevatten de eerste grondmonsters op zoutgehalte onderzocht van de 2e Bathpolder 0,016% zout die van Zuidhof slechts 0,007%".De Zuid(hofpolder is weer snel in volle cultuur gebracht,maar West- en Midden hof hebben jarenlang met een slechte structuur van de grond getobd. Toen de bewoners van de Engelsche polders voelden dat liquidatie in aantocht wasbetekende dit zoveel als een tweede ramp. "Velen wachtten niet eens het verdere ge beuren af maar verhuisden uit Rilland naar elders. Enkele gezinnen trokken Amerika in,anderen naar de pol ders in Noord-Holland en vooral de katholieken verhuis den naar Brabant.De meesten echter wachtten kalm af wat verder 't verloop zijn zou". Wij mogen respect hebben voor het goede geheugen van de heer Butijn.Van het ontslagen personeel noemt hij behal ve de directeur Harison en zijn zoon,boekhouder Adriaan- sen,de bedrijfsboeren A.Baas(MiddenhofJ.Vogel(West hof) en M.van LiereZuidhof-L.Kalle was dijkbaas. Mejuffrouw de Veij hielp op het kantoor.Tot zover de aanvullingen. Wij geven ons nu weer over aan de pen van Butijn: 1906 12 maart.Een gedenkwaardige dag die zeer veel in Rilland- Bath teweeg bracht en veranderde zoo wij in de volgende bladzijden hopen te beschrijven. DE VLOED 't Was een geheelen dag stormachtig weer met een tempe ratuur van om en nabij 't vriespunttegen een uur of vier 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 11