Als wij ons goed herinneren kostte deze krammat al leen aan werkloon ƒ.4000,-. 't Volgend voorjaar was de geheele oppervlakte van de spoordam keurig met rogge begroeid,die uit de aanwezige korrels die in 't stroo waren achtergebleven ontkiemd waren. Er is werkelijk een klein oogstje rogge afgehaald in de zomer '07.Toen dit was afgelopen verzocht directeur Kakebeeke om deze spoordam te kunnen huren met oog op eventueele schapenweide en ook om te voor komen dat deze dam een onkruidnest zou worden die over de landerijen zou waaien.In Utrecht hadden de heeren van de Staatsspoorwegen echter geen gehoor voor 't verzoek van den Heer Kakebeeke.Want zeide men er ligt een kostelijke krammat op de losse klei laag en als er in gewerkt wordt met de ploeg, gaat die gewis verloren.Eerst toen de Heer Kakebeeke be weerde dat deze mat na zoo'n tijd van nul en geener lei waarde meer had als zeewering,veranderde de zaak en de Heer Kakebeeke was pachter geworden en mocht ze inzaaien.Spoedig daarna ging de ploeg er in en werd er even later graszaad ingezaaid. De spoordam lag er in de herfst '07 beter bij dan herfst '06.Maar de dijksputten waar de grond was uitgegraven bleven liggen.Daar mocht de Bathpol- ders zich mee troosten.Alle klei was weggevoerd en bij plaatsen wel tot 1*5 Meter onder t maaiveld was de goede grond geroofd.Nog heden ten dage kan men zien hoe ondeskundig alle klei toen is afge reden.Wel is het later zoo goed mogelijk bijgewerkt, maar toch had dit ons inziens veel beter gekund. Later,in de jaren 1914-18 is de Noordkant veran derd in een goede verkeerswegwant voor deze verbin ding was het verkeer tusschen Noord-Brabant en Zeeland totaal onmogelijk,behalve per trein. Na deze uiteenzetting van de zeewerende spoordam keeren wij weer terug naar de 2e en Midden Bath- polder.Na droogvalling was het hier een ware chaos, de slooten waren dichtgespoeld.De landerijen waren 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 13