Dezelfde inzender schrijft n.a.v.blz.42 (13e zin
v.o.),dat het woord opsteker ook gebruikt wordt bij
het binnenhalen van de oogst.Hij moest flink gespierd
en handig zijn,om de schoven tarwe,gerst of hooi-
eventueel ook vlas op de wagen te deponeren,zó dat de
tasser maar weinig moeite meer had,om ze op de juiste
plaats neer te leggen.
Volgens verschillende informanten wordt het herstel
len van ijzeren gereedschap, het smeden v.e. stuk
aan de kapper v.e. 'ouwêêl enz.(blz.34 onderaan) over
al in Zeeland vermêêze(n) genoemd,of vermeerzen)
zie ook WZD,blz1051
Mevr.M.Luteijn-van Cruijningen(Zzd) schrijft n.a.v.
blz35midden:"Wanneer men een stuk land ploegt,
vanaf twee kanten begint en in 't midden eindigt,
wordt de laatste snede,die men ploegt,de brouwe
genoemd".De zegswiize:de brouwe afrieie(n) is nu dus
duidelijk,maar wat is dan:de brouwe splette(n)?
WIE WEET HET?
Dhr.C.de Koning(Ovm) is het niet eens met de bena
ming van de 3e tekening op blz34.Volgens hem is dit
de krune:het haarspit,gebruikt bij het haren,scher
pen van de zeis; 't 'oargetouw of haertouwe bestaat
uit de krune en de klop'aemerhet woord is dus een
verzamelnaam voor het gereedschap,nodig voor het
scherpen van de snede van een zeis.Is 'n aer of
aor ook de snede van een zeis?
Waar heet het touw,om over een vracht hooi of graan
te spannen:pommerliene?
Waar spreekt men v.e. lappe peejen?(perceel)
WIE KENT het werkwoord banke(n)- een schip bij hoog
water boven twee dwarsbalken varen,zodat wanneer het
water zakt het schip op de balken rustte.
Zo kon 1 ongemaakt.
52
[palen om het schip vast
te leggen