VAN ENGELSCHE POLDER(S) TOT DE BATHPOLDERS III door D.Butijn, ingeleid en uitgegeven door M.P.de Bruin. VOORTGANG VAN HET WERK SEDERT 190 6 Bedrijfsboer Butijn vervolgt zijn geschiedenis met de beginjaren van de nieuwe maatschappij. Heel duidelijk blijkt dat het bewerken en inrichten van nieuwe polders geen eenvoudige zaak was. De problemen die zich bij de Bathpolders voordeden waren moeilijkheden waarmee in het verleden vele polders in Zeeland te maken hadden.Hij beschrijft deze episode weer op levendige wijze met een eigen idioom.Wij hebben zo weinig mogelijk hieraan ver anderd alleen in geval van duidelijke "verschrij vingen" is een correctie toegepast. M.P.d.B. Tegelijkertijd met de benoeming van de heer Kakebeeke werd ook de heer P.Nieuwenhuijse aange steld als bedrijfsleiderDe eerste opdracht die hij kreeg was op Zuidhof de dode beesten die nog steeds lagen te rotten op te ruimen.De geheele zomer 1906 bleef deze stank over de hofstede han gen, soms ondraaglijk. Na een week of zes was de Zuidpolder drooggelopen door de natuurlijke afwatering: de sluis Paviljoen. Hebben wij vroeger meer aandacht gegeven aan t vele onkruid dat in de polders groeide,toen evenwel de zuidpolder even droog lag was het meer dan erg wat een onkruid er al groeideZoodra het land droog genoeg was om er met paarden op te komen moest eerst met een maaimachine 't kweekgras af worden gemaaid voor geploegd kon worden.Waar men zich 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1981 | | pagina 4