Toch was er goeden moed ook bij t Bestuur van de polders,ook zij zagen elk jaar verbetering optreden. Ook de weilanden en lichte gronden gaven deze jaren een goed beschot.Vooral aardappels en hooi leverden van deze grond goed op. Zoo boerden wij tot 1911.Het goede jaar,maar het droge jaar,het jaar toen de polders voor 11 eerst een stormvloed moesten mee maken waar de dijken niet niet tegen bestand bleken.1911 een jaar waar alleen wel een boekdeel over te schrijven valt. Zaaien met de fiole 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1982 | | pagina 7