de slib stond ten slotte op brokkenGrote scheuren vielen er in en ten slotte was de dunnen slib veran derd in zeer gemakkelijke zachte grond die gemakke lijk kon uitgegooid worden.Zoo was voor ons dit gro te werk waar tegenop werd gezien in korten tijd en gemakkelijk uitvoerbaar gebeurd.Wij mogen gerust zeg gen dat in de zomer van 1911 alle sloten en drinkput ten zijn uitgebaggerd geworden in de Bathpolders. Wij hadden daar maar de tijd voor tot de oogst kwam. De oogst liet zich in het begin slecht aanzien. Stroo was er zeer weinig,maar toch toen wij eenmaal aan 't zichten waren,dachten wij allemaal dat het nog wel eens zou kunnen meevallen.En het is meege vallen en flink ook! 1911 was één van de beste jaren voor de Bathpolders.1t Was een jaar van heel weinig stroo en haast geen bietenloof genoeg om de hoopjes bieten mee te kunnen dekken.Men kon door de rijen kijken zover 't land strekte,maar toen het op rooi en aankwam hadden wij 't gauw gezien,de hoopjes bieten waren flinke hopen met mooie gave bieten. Zoo waren wij juist met bietenrooien begonnen toen op 30 September een storm losbrak die zoo geweldig was en daar het juist giertij was,dat algemeen ge dacht werd dat de polder weer in zou lopen. De storm van 30 September 1911 Gaarne willen wij de belevenissen van dien dag vast leggen, 't Begon al direct na de middag.Zoo ik boven vermelde waren wij juist met bietenrooien begonnen. Maar de menschen hadden zoo een last van de wind dat om een uur of vier moest worden gestopt.Ook de ploe gers kwamen uit 't land,de paarden konden niet te gen de wind vooruit gestuurd worden.Zoo waren dus om 4 uur alle paardenknechts al op de hoeve terwijl ook de arbeiders zich huiswaarts spoedden.'t Rijtuig van den directeur kwam met moeite thuis en wij zouden het trachten in de schuur te stoppen.Wij probeerden om een deur te openen,maar toen dat nog maar 20 cm 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1982 | | pagina 9