JANTJE DE PRENTENKNIPPER Ruim een eeuw geleden,zo rond 1850,trok er door Zeeland een marskramerZoals de meeste mannen,leefde hij in de zomer van de landbouw en in de winter van ...ja,van het prentenknippen.Vaak diende hij zich als marskramer op de boerderijen in de kale polders aan en probeerde hij zijn garen,band,motteballen of kammetjes te slijten.Vaak bood hij aan een prent te knippen van de boerderij of een meer stichtelijke afbeelding,afhankelijk van de sfeer die er op de boerderij heerste.Hij maakte alles van wit papier, meestal werd het een bont geheel.Als Jantje een boerin vond waar het goed toeven was,schoot het werk niet zo vlot op. Andere lezingen over Jantje zijn er veleSommigen noemen hem een geslepen persoon,anderen menen dat hij door zijn handicap genoodzaakt was met dit soort werk zijn kost te verdienen.Een groot kunste naar mogen we hem niet noemen,toch geven zijn wer ken sfeervol de vroeger tijd weer.Typerend voor zijn werken zijn de randen rondom het knipsel. Een halve eeuw geleden deed Dr.Johannes de Hullu uit Cadzand onderzoekingen naar de bewoners en hun huizen op de boerderijen in Westelijk Zeeuws-Vlaan- deren.Tijdens zijn tochten door de polders,van boerderij naar boerderijkwam hij een vijftal van deze prenten tegen,die eigenlijk niet geknipt,maar met een scherp mesje waren uitgestoken.Bij nadere bestudering ontdekte De Hullu,dat Jantje eerst een schets op het witte papier maakte,dit zo natuurge trouw mogelijk inkleurde en vervolgens met een pen- nemesje uitstakwaarna het geheel op een achter grond van donkerblauw papier werd geplaktzodat alles beter constrasteerde.Uit de overleveringen dateerde De Hullu deze werkstukken uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw. 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1982 | | pagina 49