hij tot de onaangename ontdekking dat de Wilhelmina polder hem al voor was.Zelden heb ik onze bezadigde directeur zoo in actie gezien als toen hij dit ver nam.Den volgenden dag reisde hij met den eersten trein naar Wageningen om deze zaak te bespreken. Toen hij thuis kwam waren wij zeer benieuwd naar de uitslag van zijn bezoek.Dit was dan zoo uitgevallen dat èn de Bathpolders èn de Wilhelminapolder beiden voorkweeker mochten worden van de ontdekte Juliana tarwe want zoo werd de W x E p.i. thans genoemd, 'k Vond 't jammer dat de heer Koning niet alleen de voorkweeker mocht zijn,hij had het m.i. verdiend en 't zou de Bathpolders zeker ten goede zijn gekomen nog meer dan nu tezamen met de Wilhelminapolder. De Bathpolder ging natuurlijk in 't groot deze nieu we soort verbouwen.Maar men kan niet altijd optimist zijn.Zoo ook nu,want al spoedig deed zich de ronde, dat de nieuwe soort tarwe wel groote opbrengsten gaf maar dat de bakwaarde maar matig was,daarbij zat er een grove bast aan dus veel zemelen bij 't malen.'t Leek zelfs fout te gaan toen een handelaar met name F.Dronkers uit Bath met de stellige bewe ring kwam deze tarwe altijd te willen kopen.Hij had er een beschuitfabriek voor die ze bizonder goed aan stond.Dus op hoop van zegen werd weer Juliana uitge zaaid. De Wilhelminapolder volgde op de voet na dit was bekend geworden.Later bleek ze zeker voor brood ook goed genoegalthans 't werd overal Juliana wat de klok sloeg. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1982 | | pagina 15