Bij elkaar ongeveer 2,2 kilo min of meer zuiver goud. Het 12 cm hoge potje dateert uit de 16e eeuw en werd uit het Wesergebied(D) geïmporteerd. Na de vondst heeft men de omgeving nog afgezocht,doch er werd alleen wat 18de eeuws aardewerk afkomstig uit Bergen op Zoom en een ronde stenen kogel met een door snede van 11 cm gevonden.Het ontbreken van begin 17de eeuws materiaal maakt het waarschijnlijk dat het potje met de munten op de vindplaats werd begraven. De jongste munten,twee Zeeuwse halve gouden rijders dra gen het jaartal 1621.Daar de slag van deze munten onver anderd is voortgezetkan men aannemen dat de schat spoedig hierna werd afgesloten. Drs.H.W.Jacobi van het Koninklijk Penningkabinet meent dat de munten eerst na de muntordonnantie van 21 juli 1622 in de grond zijn gestopt.Hij baseert dit op het grote verschil in samenstelling van de muntvondsten van Serooskerke en St.MaartensdijkIn de laatste ont breken de Bourgondische,Engelse en Portugese munten die volgens de muntverordening van 1619 nog waren toe gelaten als betaalmiddel,maar in 1622 buiten omloop werden gesteld.In rangorde van de belangrijkste vond sten van gouden munten die in de eerste helft van de 17de eeuw zijn verborgen,volgt deze wat aantal be treft direkt na de vondst van Serooskerke op Walche ren,waar in 1966 1150 gouden munten zijn gevonden van 1622 en ouder.Andere belangrijke vondsten werden gedaan in Zwijndrecht,waar in 1903 291 munten werden gevonden en Zoutelande,waar 217 gouden munten werden gevonden in 1926. Veiligheid Algemeen neemt men aan,dat men vroeger geld uit vei ligheidsoverwegingen in de grond stopte.Banken met veilige kluizen waren nog zeer zeldzaam en wanneer men voor kortere of langere tijd op reis ging,of in tijden van oorlog door soldaten en vagebonden vrees de geplunderd te worden dan was de grond een veili ge bergplaats,waar het moeilijk ontdekt kon worden 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1982 | | pagina 28