of verbranden.Hoe minder mensen wisten waar het goud was verborgen,hoe veiliger de bergplaats.Wanneer de eigenaar door ouderdom,geweld of de veel voorkomende ziekten (pest) overleed zonder de bergplaats aan ande ren te hebben verteld,dan kan deze alleen bij toeval worden gevonden.Bij de muntvondst van St.Maartensdijk duurde het 358 jaar voordat iemand hier de aarde om woelde en de moeite nam het beschadigde potje op te rapen en te bekijken. Na het Bestand Het potje zal dus vermoedelijk in de loop van 1621 of 1622 zijn verborgen.Het Twaalfjarig Bestand tijdens de Tachtigjarige oorlog (1567-1648) werd in 1621 beëindigd.De strijd tegen Spanje laaide weer op, doch verliep de eerste jaren voor de Nederlanden vrij ongelukkig.De oorlog werd zelfs zo dicht bij Tholen gevoerd,dat men in 1621 een aanslag vreesde. De Spaanse veldheer Spinola trok het volgend jaar op naar Bergen op Zoom.Op weg daar naar toe werd Steen bergen,dat slechts werd verdedigd door een vendel ruiterij - er was zelfs geen kanon - op 18 juli 1622 werd ingenomen,direkt nadat de Spanjaarden het vuur hadden geopend.De dag daarna werd Bergen op Zoom door de Spaanse troepen ingesloten.Het lukte hen echter niet de haven te sluiten.Begin oktober kwam Maurits de stad te hulp,waarna de Spanjaarden op 3 oktober de aftocht bliezen.Ook Steenbergen werd door hen ontruimd.Valerius,notaris en schepen te Veere dichtte kort na de aftocht het bekende lied "Merck toch hoe sterck"getoonzet op de melodie van een Engels soldatenlied. Toestand te St. Maartensdijk Aan het eind van het Bestand neemt men op Tholen maatregelen om het eiland te beschermen.De ingezete nen van St.Maartensdijk werden bewapend,zodat ze wacht dienst konden vervullen.Begin 1621 verzocht de magi straat aan de Staten van Zeeland om extra belastingen 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1982 | | pagina 29