raakt waarbij de paarden jammerlijk verdronken zijn.
Ook een deel van de wagen is hierbij weggedreven en
nimmer terug gevonden zoomin als de paarden.
Ten slotte was het rampjaar voor de Bathpolder nog
een tamelijk goed jaar,al was er nog al schade aan de
dijk bij Westhof.Ik twijfel er niet aan,wanneer de
polders in Tholen en N.Brabant het gehouden hadden dat
dan de Bathpolderdijk 't zou hebben begeven.
Hier herhaalde zich de toestand van 1911.Toen was het
de Hoogerwaard [polder] die ons verlichting gaf,nu de
^verdronken -^] polders Tholen en Noord-Brabant die de
stroom tot zich trokken.
Op 't goede jaar,van de landbouw althans,volgde weer
een bizonder nat jaar 1954.Toen moest er,wat nog nim
mer is voorgekomen een gedeelte van de aardappelen
in de grond blijven zitten.Het was ten eerste niet
de moeite waard wegens de vele zieke om die te rooien
en ten tweede was het zoo laat geworden en zoo nat
dat het niet doenlijk was nog op 't land te komen,
't Jaar 1955 was daarentegen zeer goed en 't weer
buitengewoon droog.En hoewel het jaar nog niet ten
einde is als wij dit schrijven waag ik mij toch te
voorspellen dat 1955 - het vijftigste jaar - een
buitengewoon goed jaar zal zijn.
Nu wij dus aan begin van 't einde zijn van 50 jaar
Bathpolders rest mij nog eenige woorden van welge
meende dank te zeggen aan allen maar in bizonder
aan den Directeur Ir.W.Kakebeeke,die 't mij mogelijk
heeft gemaakt dat ik vorig jaar Mei,dus "54,met pen
sioen de polders kon verlaten.Ik had er sinds 5 Mei
1908 als bedrijfsleider van Middenhof gewoond en van
1906 tot 1908 als onderbaas mijn werk verricht.
U begrijpt dat het voor mij een heele stap was de
polder te gaan verlaten.'k Was pas 22 jaar toen ik
't baantje van onderbaas kreeg en op 24 jarige leef
tijd stond ik aan 't hoofd van Middenhof.
Ik denk met dankbaarheid aan mijn le Directeur dhr.
W.Kakebeeke,die ik zoo lang ik leef in hooge eere
zal houden.Juist zijn doorzetten en aanpakken en
12