EXPORT VAN EEN ZEEUWS WOORD
In de "Driemaandelijkse Bladen voor taal- en volks
leven in het Oosten van Nederland" (1969 nr.2)
troffen we een artikeltje aan van W.H.van der Ploeg,
getiteld: "Gronings DreveZeeuwse import?".
In het Zeeuwse is een dreve een landweg,een onver
harde weg door het land lopendedaarnaast is het ook
vaak de toegangsweg tot een erf,tot een boerderij of
boerderijtje.Van Dale geeft beide betekenissen als
volgt:
1.brede landweg,in engere zin niet-openbare weg door
bouw- of weiland en 2.weg met bomen,laan,waarbij we
dan mogen denken aan oprijbaan of -laan,die als toe
gang tot een hofstede meestal met bomen omzoomd is.
Het Zeeuwse Woordenboek geeft juist primair:
oprijlaan naar de hofstee en vermel-dt voorts dat ook
de brede tuinpaden van buitenplaatsen op Walcheren
dreven worden genoemd.Algemeen dient gewezen te worden
op dreven als verzamelbegrip voor landouwen ('s Lands
dreven).Na de watersnood,toen de bomen dood waren van
het zout,zei men:Een dreve zonder boamen is ma niks.
In het Zeeuwse begrip hoeft m.i. een dreef geen bre
de landweg te zijn,een dreef van één spoor breed is
net zo goed een dreef.Wel is er vaak sprake van een
dreefje,maar zo'n kleine dreve is vaak een korte
dreve,terwijl een lange dreve nooit een dreefje ge
noemd zal worden.We mogen wel aannemem dat een dreve
een hetzij rechte,hetzij kronkelige weg door het
land is,al of niet met meerdere rij sporen,een weg
waarlangs in origine vee werd gedreven.Immers men
drijft een losse kudde vee van het ene weiland naar
het andere,men verweid.Of men drijft of "aelt de
koeien naer 'uus".Van vee drijven stamt ook het
woord "drift",een kudde weidevee;van Dale geeft als
voorbeeld: een drift ossen.Aan de Rand onder Poort
vliet stond omstreeks 1900 een - thans geheel ver
dwenen-boerderij ,de Drift genaamd fam.Bolier
30