voort.Elk jaar kwam toch de oogst binnen,ofschoon
zoo wij zeiden niet altijd zonder schade.
Eindelijk kwam dan het einde in zicht,het begon met
de bekende Dolle Dinsdag,toen was letterlijk niets
meer veilig voor de vluchtende moffen.Paarden waren
meest weggestoken achter de zeedijken maar toch wis
ten ze b.v. de tweejarige die nog in de weide liepen,
te grijpen en in te spannen voor wagen of rolsleper
om er mee van door te gaan.Wel werd dit door ons
zooveel mogelijk belet maar toch het herhaalde kijken
in de loop van geweer of revolver verveelde ook gauw.
Zoo moesten wij toen t tegen 1t eind van den oorlog
ging,ons huis en haard nog een keer verlaten.
Op een Zondagavond kwam de heer J.de Veij,die zich
als burgemeester had opgeworpen,ons waarschuwen dat
de Bathpolder zou worden gebombardeerd door de Cana-
deezen die in aantocht waren,dit gold natuurlijk
voor al de bewoners van MiddenhofDat het meenens
was bleek wel dat de Duitsers al klaar stonden om de
woningen te betrekken voor wij weg waren.
Toen was het nog even een moeilijke avond voor ons.
De Duitser was reeds weg en wij wilden toch zoo veel
mogelijk medenemen,men kon toch nooit weten waar wij
terecht zouden komen.Bovendien waren bij de ingeze
tenen van de Bathpolder nog veel geëvacueerden uit
Schouwen-Duiveland.Wij hielden in de nacht van Zondag
op Maandag [22-23 oktober 194^ z gn. krijgsraad
Elke 2 gezinnen werd een wagen of sleper met één of
twee paarden toegewezen en in de vroege morgen had voor
de 2e maal een uittocht plaats,waar naartoe kon nie
mand zeggen,wel allen richting Goes.'t Was een droeve
uittocht,maar toch wilden wij,want de granaten vielen
steeds meer en dichter bij de hoeve.Ieder werd op
t hart gedrukt voor paarden en wagens zoo goed mo
gelijk te zorgen.Zoo ging de één naar Krabbendijke,
de ander naar de westkant van het kanaal enz.Wij heb
ben t niet verder gebracht dan hoeve"t Zuiden"wat
mij nog al een veilig plekje leek daar alle verkeer
er ver vandaan langs trok.
4