BROOD BAKKEN
In 1966 verscheen het boek "Kezanse Kost" van Maarten
Aalbregtse.Het behandelt de eet-en drinkgewoonten in
westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in het begin van deze
eeuw en is,wat de folklore betreft,een werk van groot
belang
Het is zeer interessant de levenswijze van het door
Aalbregtse beschreven gebied te vergelijken met ande
re delen van Zeeland en Goeree-Overflakkee.
De auteur beschrijft op de pagina's 118 en 119 hoe
het brood vroeger gebakken werd en noemt dan tussen
door de oude dialectwoorden.We laten hem nu even aan
het woord:
"Alvorens het te bakken brood in de oven ging,werd
eerst de gloeiende houtskool er met de "loete" (lange
ovenhaak) uitgehaald en in de "doofpot" gedaan.
De zelf gebakken broden hadden een respectabele om
vang en waren uitsluitend rond,waardoor de sneden
daaruit zeker 30 cm lang waren.De broden hadden een
gewicht van 6 tot 8 kg,die gedurende een week bewaard
werden in een "schapraoi" of in de kelder.
De ronde broden werden door de invloed van de bakkers
vervangen door rechte of blikbroden.Naast tarwebroden
kende men het witbroodzowel melk- als waterbrood,
waarvan dus het deeg met melk of water was gekneed.
Onder een "best" brood verstond men het brood voor
kermissen en feesten,dat gekneed werd met gist,melk
en ei,doch het brood bij uitnemendheid voor de ker
mis,het echte "kèrmesbróód"was de "kremiek" of
"krammiek"een best rozijnen- of krentenbroodwaarin
bloem gistmelkroom en eieren met de beste soort
krenten en rozijnen,wel of niet met sukade,verwerkt
werden.Alleen Sluis is nog bekend om zijn krammiek
bij de toeristen,voornamelijk Vlamingen,die om Kaf-
fee-krammiek vragen.Voor een best wittebrood,het
"koekebrood"werd eigen "hubuulde" (buil zeef)
tèrveblomme" gebruikt;daartoe werd het tarwemeel
door een buil,welke op de steel van een bezem was
43