ongeveer 1925,vond dit gemechaniseerd vervoer plaats over een enkelvoudig smalspoor. Tijdens de oorlog,toen de bezetter beperkingen opleg de voor het kolentrasportfabriceerde de fabriek al leen draineerbuizen.Deze productie was reeds voor de oorlog op beperkte schaal ter hand genomen en werd na de bevrijding volledig afgestoten.Op 28 en 29 sep. 1955 vierde men het vijftigjarig bestaan.Op het ter rein werd in een tent een grote overzichtstentoonstel ling ingericht.De hierbovengenoemde steenfabriek was de tweede en geslaagde poging van Johannes Hugo Trap man. Kort daarna richtte ook de Aardenburgse familie De Rijke een steenfabriek op die slechts een zesjarig leven beschoren was. Ook in andere pas opgerichte steenovens te Nieuw- vliet en Oostburg doofden al snel de vuren. Over de fabricage van ruw aardewerk in het midden van de vorige eeuw te Schoondijke zijn weinig gege vens bekend. In 1837 richtte Jacobus B.de Witte Kriel uit IJzen- dijke een steenbakkerij op in de noordoosthoek van de Biervlietse Oranjepolder. In 1856 richtte Jacobus Bernardus Thomaes te Bier vliet een steenfabriek op die hoogstwaarschijnlijk productief was voor de bouw van de plaatselijke Katholieke kerk,waarvan Thomaes bestuurslid was. Eveneens van lokaal belang gedurende een korte peri ode was de steenfabriek te Hoofdplaat,opgericht 29 januari 1859 door de plaatselijke parochie ten be hoeve van de kerkbouw in 1860.Uit Noord-Brabant werden 30.000 takkenbossen betrokken.De oven,in een houten loods met rieten dak,stond aan de oostkant van het dorp en leverde de stenen voor het huis van de boerderij van Bernardus Jacobus Thomaes. Hoogstwaarschijnlijk is deze oven later overgebracht naar de aan Jacobus Bernardus Thomaes toebehorende Oranjeplaat en Bastiaan de Langepolder voor Arne- muiden waar de eigenaar bedrijfsgebouwen liet oprich- 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 5