lijks in leven was.Tenslotte werd hij moedernaakt aan land gezet. Ook de rentmeester die op het kasteel van St.Maar tensdijk woonde was beroofd.De pacht van de accijns ter grootte van 108 ponden Vlaams was met zijn rin gen, andere kostbaarheden en contant geld door de soldaten buitgemaakt. Baljuw Henrick van Baexen was gevangen genomen en naar Den Briel gevoerd en het volgende jaar naar Zierikzee gebracht.Hij had zijn geld begraven,doch dit werd later op zijn verzoek door de pastoor en de stadssecretaris opgegraven en aan de soldaten gegeven.Mondragon ontfermde zich over een deel van dit geld dat niet aan de rechtmatige eigenaar werd teruggegeven.Vermoedelijk hebben schout en schepenen en ook het polderbestuur hierna hun ontslag aange boden,doch hierop werd niet gereageerd. Men moet hierbij bedenken,dat deze bestuurders het Spaanse gezag trouw waren en niets van de geuzen moesten hebben,die zich ook aan dergelijke prak tijken schuldig maakten.Na 1573 stonden de geuzen echter onder strenge controle van de prins van Oranje en de stedelijke overheden,waarna de keuze tussen inkwartiering van Spaanse troepen en de overgang naar de prins van Oranje makkelijker werd. In 1577 koos Tholen als laatste Zeeuwse stad de zijde van de opstand.De andere open liggende plaat sen zullen deze stap zijn gevold voor zover er nog mensen woonden.Zo zou St.Annaland in 1575 drie inwoners hebben geteld. De vestingwerken aan het eind van de 16de eeuw. Het stadsarchief begint eerst in 1586.Volgens de stadsrekening van 1587/89 werden de vesten in deze jaren gedolven.Ook worden de Oost- en Westpoort genoemd.Laatstgenoemde poort werd van steen en gruis gezuiverd.Het betekend echter niet dat beide poortgebouwen er ook stonden.Over de bouw of her bouw van de Westpoort is helaas niets bekend. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 10