en enige lage bolwerken omgeven en zijn de wallen op de aangezichten veel te hoog afgebeeld. De versterkingen na 1600. Ook na 1600 vernemen we maar weinig van de fortifi caties. In 1603 werden te Buren nieuwe plannen be sproken. Thomas de Landmeter had hiervoor een nieuwe kaart getekend. Een aantal soldaten van kapitein Bevury,vermoedelijk pioniers (genie) werden naar de smalstad gehaald om adviezen te geven.Uit een resolutie van 1605 blijkt dat de burgerij aan de versterkingen moest werken. Veel inwoners kwamen echter niet opdagen,of werkten maar halve dagen.Voortaan zou de afwezige een boete krijgen en het loon moeten betalen dat aan zijn plaatsvervanger werd gegeven.In 1623 zijn deze werk zaamheden afgeschaftDe stad besteedde deze werken voortaan aan of liet ze in daggeld uitvoeren. Het oude systeem zal alleen in tijden van accuut gevaar hebben gewerkt.Toen het oorlogsrumoer zich verder van Tholen verplaatste,zal men gedacht hebben dat het een taak van de overheid was. Ook werd in 1605 ongeveer 400 geleend tegen de toen zeer hoge rente van 8%waarschijnlijk om enige grote werken uit te voeren.De desbetreffende reke ning is helaas verloren gegaan,zodat niet meer is na te gaan welke werken dat waren.Mogelijk is echter toen de gracht aangelegd buiten de Keethil in de Pluimpot en in de Muyepolder om de stad ook aan de zuidkant door water te beschermen.Uit de plattegrond van schoolmeester en landmeter Blom van 1773 blijkt dat deze gracht in verbinding stond met de Spuikom. Ook de Noordpoort zal met dit geld zijn vernieuwd. Volgens de stadsrekening werd het hout van deze poort twee maal onderzocht en werd er kalk opgesla gen.We kunnen hieruit concluderen dat de houten Noordpoort in 160(7) door een stenen poort werd vervangen. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 15