De muren stonden er echter nog tot in deze eeuw. In verband met de bouw van het postkantoor verdwe nen de laatste restanten van de Noordpoort in 1910. In hetzelfde jaar verdween ook de zuidelijke muur van de Oostpoort in verband met de bouw van een woning aan de Molenstraat.De noordelijke muur werd vermoedelijk enige jaren later afgebroken. De gemeente juichte de afbraak toe omdat de straat daardoor werd verbreed.Nog in de vijftiger jaren moest al het verkeer naar St.Maartensdijk en de rest van het eiland via deze smalle straat. In 1804 is er nog sprake van wallen.Vermoedelijk zijn deze kort daarna in de Westvest geschoven. De kadastrale plattegrond van 1832 laat nog maar een smalle gracht aan de westkant zien.Het deel van de Oostvest bij de Noordpoort was vermoedelijk reeds in verband met de verbetering van de afwatering in 1757 gedempt.Aan de singel van dit gedempte deel ontstond in de 19de eeuw het buurtje "De vijf Zinnen" met een groot aantal arbeiderswoningen.De hier ge legen drinkvate voor het vee - Verloren Ko(s)t ge naamd - werd in 1880 gedempt.Door de lage ligging is dit deel van de vest achter het postkantoor nog steeds te herkennen. De gracht in de Muyepolder en de Spuikom zijn waar schijnlijk na de overstroming van 1808 afgesloten. De dam in de gracht in de Pluimpot was volgens bovengenoemde kadastrale kaart in 1832 nog maar gedeeltelijk aanwezig. De laatste restanten. Ook aan het eind van de 19de eeuw was de Westvest ernstig vervuild.Deze werd in 1903 uitgebaggerd. In het gemeente-verslag werd hierna opgemerkt dat er geen besmettelijke ziekten in de omgeving van deze vest voorkwamen en dat deze dus niet schade lijk voor de gezondheid was.De Gezondheidscommissie dacht daar anders over en drong vele jaren aan op demping en riolering van de beide einden van de 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 20