de Spanjaarden aan het beleg van Zierikzee. Vooral in deze maanden moesten vaak doortrekkende troepen te St.Maartensdijk worden ingekwartierd en gevoed.Naast inkwartiering werd het merendeel van de manlijke bevolking v an het eiland Tholen gedwon gen pionierswerk te verrichten bij het opwerpen van schansen.Ook moesten ingezetenen wagens en paar den leveren voor het vervoer van munitie.Het kwam voor dat van de ca. 2000 inzetbare mannen,er slechts 80 waren vrijgesteld. Er lag een zware druk op de bewoners. Het lijden van de burgerbevolking. De rekening van de rentmeester van de Oranjes te St.Maartensdijk van 1575 getuigt hiervan. In totaal worden ongeveer 70 pachters genoemd,die kwijtschelding van de pacht vragen,omdat ze door vernielingberoving en brandstichting niet in staat waren deze te betalen. Cornelis Zoete is de eerste pachter die wordt ge noemd.De soldaten hadden al zijn koren van zijn land geroofd,gedorst en weggevoerd. Jacob Zouckwech en zijn zoon waren bij het begin van de troubelen gevangen genomen.Tijdens deze gevangenschap moesten zij 400 gulden voor hun ver ter ingen betalen, terwijl de soldaten(in 1575)meer dan 400 schapen hadden gestolen.Ook bij andere pachters was geroofdZelfs huisraad werd door de soldaten meegenomen.Een aantal van hen was van verdriet,armoede en de pest overleden. Ook Jan Claes de Oude kwam er slecht af.Hij hield echter het leven.Hij woonde bij de zeedijk langs de Schelde nabij de plaats waar Spaanse oorlogs schepen lagen.Hij was al zijn beesten en andere goederen kwijtgeraakt,zijn huis en schuren waren verbrandBovendien was hij gevangen genomen en naar de schepen gevoerd,waar hij aan touwen gebon den onder de kiel van één der schepen werd doorge trokken (het z.g. kielhalen)zodat hij nog nauwe- 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 9