(nieuwe) gemeente Reimerswaal brachten de directeur van
de ROB van de vondst officieel op de hoogte,waarna con
tact werd opgenomen met de directie van de Rijksdienst
voor de IJsselmeerpolders.Medewerkers van de afdeling
oudheidkundig bodemonderzoek van deze dienst (Museum
Ketelhaven)vergezeld van de coördinator van de onder-
waterarcheologie van het Ministerie van CRM,de heer
Th.J.Maarleveld,en de ontdekker van het wrak,stelden
op 25 oktober 1982 tijdens laagwater een onderzoek in.
Zij constateerden dat het om een scheepje van ongeveer
11 m lengte en 1,5 m breedte ging.Van het vaartuig dat
onder slagzij in de bodem ligt,zijn het vlak en het
grootste gedeelte van de bakboordzijde bewaard geble
ven.Ook de losse voorsteven en resten van een kleine
voorplecht konden worden ingemeten en getekend.
De achtersteven en de stuurboordzijde waren verdwenen.
Voorlopig is over het vaartuig niet meer te zeggen dan
dat het van een onbekend type is met interessante
details.Over een datering is (nog) niets te zeggen.
De incompleetheidde kwaliteit van het hout en de
ongunstige ligging waren negatieve factoren in een
overweging tot berging over te gaan.Mogelijk zal een
tweede onderzoek in 1983 worden ingesteld(Medede
ling van de hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders6 december 1982;zie ook:
Th.J.Maarleveld1982Een tweede jaar archeologie in
Nederlandse WaterenMinister ie van WVC,Rijswijk 1983,
p.26-27.
KRUININGEN (gemeente Reimerswaal) Bij heiwerk aan de
Slotstraat in Kruiningen is men op zware funderingen
gestuit van het uit de 13e eeuw daterende slot van de
Heren van Kruiningen.De heer B.Oele uit Kapelle
(correspondent ROB en provinciaal medewerker) stelde
een incidenteel onderzoek in,maar kon,doordat niet
direct melding van de vondst was gemaaktweinig meer
vastleggen.Het is te betreuren dat er door gebrek aan
tijd en vooral geld niet eerder en meer aandacht be
steed is aan een van de belangrijkste kastelen die
15