un hroten (Nz),al een'êêl gróót meisen (Zag), z5 groat (Mdb)
Ook van een jongen ie ia a dêêge (Ha;~Övm); anders: volslehen vent (Kn).
Dêêg in de zin van "trots" wordt gemeld door: Osb;Col;Ks;Hsd (?:z'is zo
deeg as'n puut)vandeeg voor "heel,erg" door Nwn.
24.'t Is maor 'n 'ussel/uzzel: klein mannetje. ZVW (Bvt;Gde;Nvt;Sls;IJzd;
Zzd); LvA (Nz)ZB (Wdp).Anders gezegd: opneukertje (Ax;Zsg;Ndp;Kg;Wsk;
Dsr;Ovm;Po;Tnl;Dl;Mdh;Smd)krumel (Zsg;Kdk); erdol (Nz); kakkenisje
(LvH); iepenkriep (Osb); puksje (Dw/Ovz); prusse (Kpl),pruzzetje (Bns);
mossel (Ks), 't is mossel noch vis (Ktg;Anl); gornet (Po); kruke (Dl);
'n schieterig~mannetje (Kn), 'n klein schietertje (Ovm)'t is mè broek
in vest (Anl); opdondertje (Odl/Ovz)opmietertje (Po).
25.De planke plundere(n): alles opmaken. ZB (Dw/Ovz;Ktg)Anders gezegd:
de spinne plundere (Gsde kasse nae snuffele Ksalles d'r deu-
draai'n (Zzd;MdbT7 dat is zo'n dirbringer (?)~(Gpol); de zak leegschudden
(Nz); de zaok kusen (Zsg); potversmere (Kdk)oalles verdae (Po).
26.An de latte zitte(n): het geld raakt op. ZVW (Zzd); LvA (Ax:oud;Nz:
soms;Zsg); LvH: oud; ZB (Dw;Gpol;Ktg;Odlweinig;Ovz;Wdp)NB (Ks:oud);
SehD (Bwh/Nwk:soms)T (Scherp).Anders gezegd: op de bodem zitten (Zsg;
Bns;Rns;Dl); op den b55m/bodem kraauwen (LvH;Nwn); hie zit opten boom
te kraauwe(Mdh)over den boom kraauwe(n) (Hsd;Anl); an d'n ijk raeke
(Wsk/Kg)de lamp 'angt voorover (Lam/Kt;Dl); de lamp 'ang(t) schêêf
(Kdk;Gs;Ier;Kn)die is-ter virre deur (Nz); de paerebónen bloeie (Mtd)
Als het geld op is en men schuld heeft wordt gezegd: op de lat staan
(Gde;Srk;Ha;Hkz;Wdp;Dsr;Anl;Ovm;Po)
27.Weg en wêêr(e): heen en weer. ZVW (Gde;Nvt;Sls;IJzd;Zzd)ZB (Gs).
Anders gezegd: ensentweer (Ax); heensintweer (Ax)hènsentweer (Zsg;
hinsentweer LvH); gins en wêêre (Mdb); hissen ende~~wëer (Bzl;Kpl
isteen en tweer (Ha); hinsen en weer (Ha); heenst ent weer (Wsk/Kg)
om inde weer (Po); om en vrom (HkzÏKpl;Odl;Ks;Ovm)om in vromme (Dsr;
Bnsomme in vromme (Ier); loopt toch nie te keeskonten (Gpol); (van
hot nl her (Dw/Ovz). Gemeld door Wdp weg en weer in een andere bet,
dan de gevraagde: weg en weer dienende - als alles meeloopt.
28.Trêême(n)langzaamaan doen (lijntrekken). ZB Dw/Ovz:oud;WdpT (Po:
oudGOf1 (Dl:vaag bekend;Mel: onzeker).Anders gezegd: tremele (Wsk/
Kg;Dl:?); trutselen (Nvt); truzzele (Mtd)trijnenen (Klz)teütere
(Ktg); treuzeneuze (Kwd); seute(n) (Osb;Srk); deefelen (Nz); hie zal ze
nie dooddoene (Mdh)
29Opgestrukkeldgestold (van vet). W (Kdk;Mdb;Njoos)ZB (Bzl;Dw/Ovz:
oudGpol;Kwd:zelden;Wdp)SchD (Bwh/Nwk:weinig)T Po;Scherp;Svn;Tnl:
oud); Gofl (Dl).De enkele vorm gestrukkeld wordt opgegeven door Anl:
jus van roevet(= rundvet) strukkelt hauw op 'n kouw bord; Mtd;Scherp:
Svn;Dl;Mdh;Mel;Smd; daarnaast de vormen met omzetting opgesturkeld
Gs;Ha;Hkz;Dsr;Hsd;Zn; en gesturkeldKdk;Mdb;Njoos;Ha;Kn;Ktg;Kwd;Ndp:
oudCol;Ks;Bns;Bwh/Nwk.Andere woorden zijn: opgesteven (Zzd;Ax;Zsg;
Lam/Kt) en stief (vet) (Nz)geronnen (Zsg), op-e-stold (Rns).
30.'n Leufert: stiekemerd. T (Tnl); GOfl (Mdh). Anders: 'n 'eimelijken
(Ax;Nz;Zsg;Nwn;Kdk;Odl;Po;Tnl; 'n impelekken (Ktg:verg. vraag 13);
'n lêêpen (Kpl); lumer(d) (Ndp;Col)
31.'t Gaod al (allemaal,amaa)tegen: alles loopt tegen. ZVW (Bvt;Gde;Nvt;
Sls;IJzd;Zzd)LvA (Ax;Nz;Zsg); LvH (Klz;Lam/Kt)ZVO-zd (Nwn); W (Osb);
ZB (Hkz;Ktg;0dl;0vz;Schr;Wdp)NB (Ks).Anders: 't zit (Kdk;Wsk/Kg;
Dsr); 't loapt (Mdb;Njoos;Ktg;Wdp;Col;Bns)'t steekt (Dw/Ovz);
wa stroapt da noe toch wêêr (Hsd).En van iemand die tegenslag heeft:
die krabbelt ook om overeinde te bluven (Gpol).
51