WAAROM EEN ZEEUWSE KULTUURTAAL MOGELIJK EN WENSELIJK IS door R.W. Geldof In het septembernummer 1983 van "Nehalennia" trof ik tot mijn verrassing een artikel aan van dr.A.de Vin onder de titels "Algemeen Zeeuws bestaat niet - m'n un eihe taele,frank in vrie". Hoe je frank en vrij je eigen taal kunt hebben is mij daaruit niet duide lijk geworden,maar wèl dat de kwestie van het al of niet aanvaarden van een Zeeuwse kuituurtaai de emoties zó hoog doet oplaaien,dat men, af en toe niet goed weet wat men doet en zegt.Het is toch op zijn minst een vreemde figuur,dat men in "Nehalennia" iemand zó fel gaat kritiseren om wat hij in een ZLM-blad schreefïOp de tweede plaats citeert De Vin ge noemd blad d.d. 7.1.1983 en pas aan het eind van zijn betoog komt de le zer er achter,dat ik nog wel wat meer geschreven heb dan wat in genoemd nummer staat!Goed fatsoen zou eisen,dat je eerst eens precies vertelt waar je tegen ageert met duidelijke opgave van de vindplaatsen.Dat verge makkelijkt het naslaan van een en ander.Niet iedere lezer van "Nehalennia" zal een legger van het ZLM-blad bijhouden,vrees ik,of die vlak in de buurt hebben. Maar ter zake! Het grote misverstand In het ZLM-blad is de discussie afgebroken op het punt dat de zaak net duidelijk begon te wordeniOok daarbij heb ik gesteld:je kunt allerlei randopmerkingen maken die soms min of meer juist zijn,maar die nou net niet ter zake doen: De Vin is daarbij bijzonder sterk in.Wat hij zoal niet te berde brengt over Brabant en Vlaanderen,over oude en nieuwe tijd, over Fries en Weststellingwerfs is op het eerste gezicht verbazingwekkend (hoewel soms onwaar;zo heb ik het Fries nooit een dialect genoemd) maar. het doet allemaal niet ter zake.Het is,zacht gezegdtendentieuze klets koek. Want waar gaat het om? Om te beginnen heb ik aangetoonddat de gedachte aan een algemeen Zeeuwse kuituurtaai leeft.En hoe!Daar was de titel van mijn ZLM-artikel aan ont leend,maar handiglijk laat De Vin dit weg om het afgekloven cliché van "De Zêêuwse taele is de mooiste van aolemaele" weer eens van stal te halen en om te bakken tot "De Zuudbevelandse taele"enz. Er verschijnen in het Zeeuws BijbeX'vertalingen en of die nu van Kousemaker dan wel van W.Joosse zijn doet in eerste aanleg natuurlijk niet ter zake.Ze zijn er! Ook verschijnt er in het Zeeuws literatuur van hoog gehalte.Ook nu doet het er geen fluit toe wie ze schreef.Ik noem de Reinaard en dat die nu van Kousemaker is doet er niet toeZodra dergelijke literatuur verschijnt (ik zou ook nog romans en verhalen van goed gehalte kunnen noemen;de poëzie is schaarser)komt onherroepelijk de vraag op:moet je dat alles in een randdialect schrijven of is het mogelijk een van die randdialecten te kiezen en dat (aangevuld uiteraard met idioom uit de andere streektalen) tot algemeen Zeeuws te verheffen?-Hetontgaat De Vin ten enenmale,dat dit een natuurlijk proces is,dat in vrijwel iedere kuituurtaai heeft meege speeld, omdat het gewoon onvermijdelijk is in een beschaafd land. Nergens heb ik beweerdzoals De Vin zegt,dat ik het Zuudbevelands de mooiste taal uit het ZW vind.Hoe zou ik,als "Walcheraar"?Maar mijn nuchtere verstand zegt mijdat ik hier een zo groot aantal vaste dialect sprekers vind,dat ik er extra aandacht aan moet wijden.Een gedegen onder zoek toont aan,dat het Zuidbevelands niet alleen geografisch een goed 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1983 | | pagina 42