TEN GELEIDE
In het voorjaar van 1984 viert de Werkgroep Historie en Archeologie van
het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen zijn vierde
lustrum. Het bestuur van de Werkgroep en de Redactie van Nehalennia be
sloten voor die gelegenheid een speciaal themanummer van Nehalennia uit
te brengen.
In dit themanummer geeft een viertal auteurs een nadere uiteenzetting van
de interpretatie van het begrip 'Zeeuwse Cultuur' op voor hun bekende ter
reinen. Na enige discussie hebben wij als titel 'Elementen van de cultuur in
Zeeland' gekozen. Op deze wijze is er ruimte geschapen om ook een bijdra
ge op het gebied van het dialect te kunnen opnemen. Vanaf 1964 delen de
Werkgroep Historie en Archeologie en de Zeeuwsche Vereeniging voor
Dialectonderzoek het tijdschrift Nehalennia.
Over 'het Zeeuwse in de Zeeuwse cultuur' is in verband met de museale
doelstellingen reeds eerder discussie gevoerd binnen het Zeeuwsch Ge
nootschap. Aan het eind van de jaren veertig en in het begin van de jaren
vijftig deed de opvatting opgeld dat alleen dat 'Zeeuws' is wat in Zeeland is
gemaakt of gevonden dan wel een Zeeuwse voorstelling tot onderwerp
heeft. Deze opvatting is inmiddels verworpen. Het huidige uitgangspunt is
dat de cultuur in Zeeland gevormd is door invloeden uit de omringende lan
den, uit de landen van Europa en die uit overzeese gebiedsdelen waar han
delscontacten mee bestonden. 'De Zeeuwse cultuur' omvat het geheel van
deze invloeden en het museale bezit moet een beeld geven van het rijke cul
tuurleven dat hieruit ontstond. Een en ander is breder omschreven in het
Beleidsplan van het Genootschap dat in 1980 in het Archief werd gepu
bliceerd (p. XVII-LXI, in het bijzonder p. XXIX-XXXI).
Deze themabundel heeft niet tot doel de discussie 'wat is echt Zeeuws' weer
te beginnen. Neen. Het beleidsplan verwoordt algemene doelstellingen en
geeft enige voorbeelden, waaruit de invloeden van elders op de cultuur in
Zeeland moge blijken. Het bestuur van de Werkgroep meende deze (en
mogelijk andere) voorbeelden nader te moeten onderbouwen. Vier auteurs
hebben aan het verzoek van het bestuur van de Werkgroep om hun mede
werking hieraan te verlenen voldaan. Het resultaat van hun werkzaamhe
den rond het genoemde thema ligt voor u. Het bestuur spreekt de hoop uit
dat nog vele andere belangstellenden voor 'het Zeeuwse element' in de cul
tuur van Zeeland mogen volgen. Er zijn nog tal van onontgonnen gebieden!
Rest mij nog een woord van dank uit te spreken aan de auteurs, die belange
loos hun medewerking verleenden en verder aan degenen die zich ingezet
hebben om deze bundel op tijd te laten verschijnen.
Namens het bestuur van de Werkgroep
Historie en Archeologie van het Koninklijk
Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en
de redactie van Nehalennia
drs. R.C. Hol, secretaris
Middelburg, 7 maart 1984
5