te localiseren. Van een interieurskunst is in deze periode geen sprake meer.
De ornamentiek in het vaste interieur verdwijnt en voor stucwerk werd ge
bruik gemaakt van vaste gietmodellen.
Met name op Walcheren bestond in de negentiende eeuw een uurwerkma
kerij van enige betekenis. Met behulp van uit Engeland aangevoerde mate
rialen werden hangklokken gebouwd waarbij ook enige locale kenmerken
als bijvoorbeeld de toepassing van ornamenten van bladkoper aanwezig
zijn. Nog vele van deze klokken zijn in de regio aanwezig. De fijnere uur
werkmakerij was beperkt tot het aanbrengen van een verkoopadres op uit
het buitenland geïmporteerde uurwerken. Aan het einde van de negentien
de eeuw ging de uurwerkmakerijevenals in Friesland, geheel te gronde als
gevolg van de import van Weense uurwerken.
De plaatselijke zilversmeedkunst verdween in de loop van de negentiende
eeuw. Bestek werd steeds meer fabrieksmatig geproduceerdevenals de an
dere vanouds uit zilver vervaardigde gebruiksvoorwerpen.
Op het gebied van porselein en aardewerk werd, t.o.v. de import uit Azië,
de eigen Europese productie in de negentiende eeuw steeds belangrijker,
een ontwikkeling die in de achttiende eeuw al met de Duitse porseleinfabri-
cage was ingezet en hier te lande, minder succesvol, met Loosdrechts-,
Elaags- en Amstelporselein ook navolging had gevonden. In Zeeland be
stond vooral belangstelling voor Engels aardewerk en porselein, bijvoor
beeld het goudsteen dat men gaarne op kabinetten en schoorstenen plaat
ste, en Wedgewood. Ook het Duitse Meissen-porselein was gewild, terwijl
ook het aardewerk van Regout afzet vond.
Zo geven de achttiende en negentiende eeuw een geleidelijke veralgeme
ning van de cultuurgoederen te zien. Steeds meer werd van elders betrok
ken en hetgeen ter plaatse is vervaardigd is voor het grootste deel niet als zo
danig te identificeren.
KUNSTBEZIT
Een belangrijk onderdeel van het interieur vormden uiteraard de kunst
voorwerpen, met name schilderijen. Het is in dit kader slechts mogelijk aan
de hand van enige voorbeelden een indruk te geven van dit kunstbezit.
Als een van de vroegste collecties noemen wij die van Jean Walran Sandra,
burgemeester van Middelburg. Deze verzameling werd op 4 augustus 1713
te Middelburg verkocht en omvatte 150 nummers^). Een eerste vraag die we
in dit verband gaarne stellen is in welke mate locale kunstenaars in de lijst
voorkomen. Hun aantal blijkt niet groot te zijn. We signaleren nr. 17:
'Vrugten door Koorde' (Adriaan Coorte, schilder te Middelburg, eind ze
ventiende eeuw); nr. 21 'Een landschap door Molanus' (Matth. Adr. Mola
nus, schilder te Middelburg, eerste helft zeventiende eeuw); nr. 22 'Een
Zeebattaille voor Ramekens, door A.D. Venne' (Adriaan Pietersz. van de
Venne, schilder en boekverkoper te Middelburg, eerste kwart zeventiende
eeuw), nr. 23 'Een tempel door de Bliek' (Daniël de Blieck, schilder en ar
chitect te Middelburg, tweede helft zeventiende eeuw), nr. 118 'Een dito
met figuure, heel fraai, door Dirk van Deele' (Dirk van Deelen, schilder te
Arnemuiden, overleden 1671). De catalogus bevat ook een aantal werken
27