van Anselmus Weeling ('s Hertogenbosch 1675-1747), die enige tijd in Zee-
land werkzaam was. Op een totaal van 150 schilderijen is het aandeel van re
gionale meesters bepaald niet groot. Het andere werk bevat een grote ver
scheidenheid van namen van Noord- en Zuidnederlandse kunstenaars als
bijvoorbeeld Pieter Breugel, Adriaan van Ostade, Jan Steen, David Te-
niers, Emmanuel de Witte, Roelant Saverij, Gerard Dou etc. etc..
Van grote allure was ook de collectie van Ewout van Dishoek, heer van
Domburg, verkocht op 9 juni 1745 en bestaande uit 126 schilderijen9). Hier
onder bevonden zich werken van Rubens, van Dijck, Jan Steen, Gerard
Dou, Ludolf Bakhuijsen, Willem van der Velden etc.. Ook hier enig werk
van plaatselijke herkomst: nr. 24: 'Een tempel door van Deele', nr. 47: 'Po
mona en Vertumnus, door Weeling' en nr. 56: 'Een slaapende Veenus, van
Weeling'. Ook in dit geval vormt het werk van regionale herkomst geen we
zenlijk bestanddeel.
Een omvangrijk kabinet van schilderijen bezat ook Jacobus Willemsen,
hoogleraar aan de Illustere school te Middelburg, dat 16en 17 augustus 1780
werd verkocht1"). In deze verzameling van 140 schilderijen was het regiona
le werk weer wat sterker vertegenwoordigd. Naast werk van onder meer
Ruijsdaal, Van Ostade, Teniers, Wouwerman, Steen etc. treffen we twee
schilderijen door Philips Angel (schilder te Middelburg in de zeventiende
eeuw), een werk van Balthasar van der Ast (schilder te Middelburg opge
leid begin zeventiende eeuw), vijf architectuurschilderijen door Van
Deelen, een schilderij van Cornelis Willemsz. Eversdijck (schilderte Goes,
eerste helft zeventiende eeuw), een werk van Karei Slabbaert (schilder te
Middelburg in de eerste helft van de zeventiende eeuw) en vijf schilderijen
van Van de Venne.
Deze samenstelling van de kabinetten van schilderijen, een Zuidnederland
se traditie, een overvloed van Hollandse meesters en een geringe locale in
breng, blijft karakteristiek voor de veilingen tot in de negentiende eeuw.
Representatief voor dit traditionele particuliere kunstbezit was de collectie
van de Teekenacademie te Middelburg, die in 1902 werd geveild"). Deze
verzameling was uit plaatselijke acquisitie ontstaan en van sommige stuk
ken wist men in 1902 nog de herkomst aan te geven als bijvoorbeeld een
middeleeuws paneel afkomstig uit de verzameling Kien van Citters, geveild
in 1798, en een Allegorie op de Vrede van Munster door Adriaan van
Nieuwlandt afkomstig uit de verzameling van mr. N.C. Lambrechtsen, ge
veild in 182312Verder bevatte de collectie van de Teekenacademie wer
ken van Berckheijde, Breugel, Van Deelen, Jordaens, Maes, van Ostade,
Ruijsdaal, Van der Werf etc. etc..
Tenslotte nog een particuliere collectie uit de tweede helft van de negentien
de eeuw, die van jhr. W.C.M. de Jonge van Ellemeet te Oostkapelle, op 29
en 30 april 1890 geveild bij Frederik Muller te Amsterdam, die niet minder
dan 319 schilderijen omvatte13). In dit geval geen 'oude meesters', maar
werken van meest recente datum, vooral uit de Haagse school en van bui
tenlandse schilders uit dezelfde periode. Als particuliere verzameling loopt
deze collectie parallel met die van het voormalig Kunstmuseum te Middel-
28