streek typerend is. Summa summarum: ook het afwijkend voorzetselge- bruik is een echt Zeeuwse aangelegenheid. CONCLUSIE Onze slotconclusie mag nu tweeledig zijn: ten eerste, veel van elders afkom stig taalgoed is in de loop der eeuwen in onze streektalen gemeengoed ge worden. Ten tweede, als echt Zeeuws zijn vooral te beschouwen voorbeel den van klanken, woordgebruik en zinsbouw, die door het eeuwenlange isolement van ons eilandengebied zich hiervan geslacht op geslacht gehand haafd hebben. Voor beide conclusies is, vrij weergegeven en gevarieerd naar tijd en omstandigheden, de uitspraak van toepassing van mijn promo tor, prof. dr. G.G. Kloeke, dat sommige verschijnselen Zeeuws geworden zijn dankzij een veel minder sterke aantasting van onze eilanddialecten door vreemd taalgoed dan andere streektalen23). NOTEN 1. Beleidsplan van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Middelburg 1981p. XXIX - XXX (verder geciteerd als Beleidsplan 1981). 2. Over deze invloed en wisselwerking zie o.a. J.F. Willems, Overeenkomst van het Zeeuwsch in het Vlaamsch, in: Belgisch Museum 2 (1838), p. 48-53; P.J. Meertens, Het Vlaams karakter der Zeeuwse dialecten, in: Onze Taaltuin 6 (1937) p. 39-45; A. Weynen, Betrekkingen tussen de Zeeuwse en West-Noordbrabantse dialecten, in: Onze Taaltuin 1 (1938-'39), p. 262-279; A. de Vin. Bespreking van dialect in West-Zeeuwsch-Vlaanderen, in: Nehalennia 31 (1979), p. 5 e.v. en in: Taal en Tongval XXXI (1979), p. 194 e.v. (in het bijzonder p. 220-221) en in: Taal en Tongval XXXII (1980), p. 137 e.v. (in het bijzonder p.. 177-178). Voor Vlaamse en Hollandse invloeden in het dialect op Schouwen-Duive- land verwijs ik naar mijn proefschrift: Het dialect op Schouwen-Duiveland. Leiden 1952, p. 63 en p. 75 (verder geciteerd als De Vin, Dialect) en naar Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland) ,8 (1983),p. 121 noot 1 enp. 130 (verder geciteerd als Kroniek). Deze laatste bron is in het bijzonder van belangvoorde dialecten van Bruinisse en Brouwershaven. 3. Meertens over de Zeeuwen. Zeeuwse studies uitgegeven naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag. Middelburg 1979, p. 134. (verder geciteerd als Meertens 1979) De hier geci teerde publicatie is eerder verschenen in de bundel Akademiedagen IV (1951). Amster dam 1951. 4. Over deze taalinvloed van de importbevolking schreef ik voor wat de toestand in mijn woonplaats Zierikzee betreft in: Kroniek 6 (1981), p. 122 e.v. in het kader van de bespre king van de studie van Anneke Mol, De sociale betekenis van het Zeeuws en het Nederlands in Zierikzeein: Funktionele Taalstudies. Utrecht 1980, p. 24-65. Voorde toestand te Bruinisse en andere plaatsen op Schouwen-Duiveland, leze men Kro- niek 8 (1983). p. 130. 5Woordenboek der Zeeuwse dialecten bijeengebracht door de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek. Redactie Dr. Ha. C.M. Ghijsen. (1964), p. 272 kol. b. (Verder geci teerd als WZD). 6. Meertens 1979, p. 130. 7. E.J. van den Broecke-de Man, Dialect in het Zeeuwsch-VlaanderenGroede z.j.p. 156. (verder geciteerd als Dialect WZV). 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1984 | | pagina 80