Voor het gebied van huisraad en binnenhuis is het wat moeilijker deze in
vloeden te traceren, omdat hier nauwelijks gebruik kan worden gemaakt
van archiefmateriaal.
Over een belangrijk onderdeel van het interieur, het wandtapijt is het een
en ander bekend. In 1591 bestelden de Staten van Zeeland een tapijt met de
afbeelding van de overwinning voor Bergen op Zoom in 1574 bij Francois
Spierinck in Delft, een uit Antwerpen afkomstige immigrant. Een vervolg
reeks werd geleverd doorJan en Hendrik de Maeght in de jaren 1598-1603.
Deze kunstenaars waren uit Brussel afkomstig en hadden een 'tapitserie'
gevestigd in het Cellebroedersklooster te Middelburg - het z.g. 'Simpel
huis'- dat tegenwoordig als kerkkantoor van de Hervormde Gemeente
wordt gebruikt. Er bleek in Middelburg echter geen markt voor een blijven
de vestiging en in de loop van de zeventiende eeuw betrok men tapisserieën
dan ook rechtstreeks uit de Zuidelijke Nederlanden, zoals blijkt uit corre
spondentie van Antwerpse handelshuizen1). In boedelbeschrijvingen ko
men we ook vermeldingen van met wandtapijten behangen vertrekken te
gen. Een laatste voorbeeld is de leverantie van tapijten voor het woonhuis
van mr. J.A. van de Perre, thans arrondissementsrechtbank, in 1765 door
Daniël Leijniers te Brussel.
Ook in de meubelkunst is een dergelijke invloed vanuit het Zuiden aanwijs
baar.
Zo toont een ontwerp voor de penning van het schrijnwerkersgilde te Mid
delburg ons het type van een Vlaamse buffetkast2). Een soortgelijk meubel
zonder bovenbouw - in de tijd zelf omschreven als een half buffet - afkom
stig van het handbooggilde te Goes, bevindt zich in bezit van de Gemeente
Afb. 1. Ontwerp door Daniël de Blieck van een penning voor het schrijnwerkersgilde te Middel
burg 1655. Zie noot 2.
18