boeken en drie voor de liggende.De houten mini-kast
kan op een asje onderaan omhoog en omlaag gedraaid
worden,zoals in de bijgaande afbeelding te zien is.
Voorts is te zien dat de doos waarin het kastje
steekt in feite geen doos maar een boekblok is,waar
van alle pagina's aan elkaar zijn geplakt en de
plaats van de tekstkolommen is weggesneden,zodat al
leen de marge's als muurtjes zijn blijven staan.
Het boekblok steekt in een band die met rood maro
kijn (geiteleer) overtrokken is en fraai met goud
bestempeld (afb. 2).De stempeling vertoont een com
plex patroon van elkaar doorsnijdende linten,met
ertussen ranken,bladeren en bloemen en eromheen een
lijst met een tekst (zie onder).
Opmerkelijk genoeg worden de genoemde linten aan de
ene kant begrensd door twee lijnen en aan de andere
kant door één lijn.Dit kenmerk heeft de band gemeen
met de fanfare 'Lstij1,een vermaard soort bandver
siering dat aan het einde van de zestiende eeuw in
Frankrijk geliefd was voor het meest luxueuze bind
werk Patronen van zulke elkaar doorsnijdende linten
soms in combinatie met ranken en bloemen,vinden we
in met name Frankrijk in de eerste helft van de
zeventiende eeuw en aan het einde van die eeuw
worden ze populair in Duitsland.Maar daar zijn de
linten vaak aan beide zijden door één of twee lijnen
begrensd.Linten-patronen mét ranken en bloemen waren
in de achttiende eeuw geliefd in Zweden,speciaal bij
de vervaardiging van de meesterproef.Deze bestond
uit het binden en vergulden van een dik boek in
groot folioformaat (meestal een Bijbel).Veel van de
meesterproeven zijn bewaard en onze band heeft er,
ook al is hij aanzienlijk kleinernogal wat mee
gemeen - we zullen zien dat dat niet toevallig is.
Ook elders in Nederland werden zulke linten-en-ran-
ken patronen wel gemaakt,met name op enkele banden
van de Haagse Eerste Stadhouderlijke Binderij.