De moeilijkheden die tot de opstand leidden waren aan het begin van de jaren zestig al ontstaan.De Prins maakte bezwaren bij de landvoogdes tegen de invoering van de nieuwe bisschoppelijke organisatie en de inquisitieZijn huwelijk met de Lutherse Anna van Saksen wekte achterdocht en wegens zijn tolerante politiek in Orange kreeg hij het met de Paus aan de stok. Oudejaarsavond 1564 kwam de Prins in een rede in de Raad van State openlijk voor zijn mening uit. Aanlei ding was het opstellen van een instructie voor Egmont, die met Filips II de toestand in de Nederlanden zou bespreken.De Prins nam in deze rede openlijk stelling tegen de politiek van de koning om het land met een strengere organisatie en inquisitie onder de duim te houden: een vorst mag niet over de gewetens van zijn onderdanen heersenIeder moet vrij zijn in geloof en godsdienst. We kunnen hier geen aandacht besteden aan de landelijke gang van zaken,maar vermelden slechts dat na het aan bieden van het Smeekschrift der edelen en de aangekon digde komst van Alva de toestand voor de Prins zo onhoud baar was geworden dat hij in april 1567 via Breda naar de Dillenburg vertrok.Hij maakte zich daarbij geen illusie over zijn lot wanneer hij zou blijven en toonde zich in dit opzicht een intelligenter politicus dan Egmont en Hoorne,die meenden nog wel clementie te kunnen vinden bij de koning. Op dit moment was de Prins bepaald nog niet de over tuigende protestantdie bewust op een opstand tegen Filips II aanstuurdeIn een brief aan Wilhelm von Hessen schreef hij dat de vorsten onderling eerst zouden moeten vaststellen waar het bij al deze bewe gingen om ging: om rebellion of religion. In het eerste geval moest men adekwate maatregelen treffen,in het laatste geval moest men de onderdanen de nodige vrijheid laten.Een aantal omstandigheden heeft de Prins tot actieve opstand bewogen.In de eerste plaats de gevangenneming van zijn oudste zoon Filips Willem,die aan de Universiteit van Leuven studeerde. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 29