Don Pachieco werd gevangen genomen en terechtgesteld. Veiligheidshalve nam men dadelijk de sloop van de door Alva begonnen citadel bij Vlissingen ter hand. Van hier uit sloeg de opstand over naar Veere. Hiëronymus Tseraertsstalmeester van de Pr insgekomen om namens deze het gezag van de stadhouder uit te oefenenbegaf zich naar Veere.Ook daar was de bevol king al tegen de Spanjaarden ingenomen door twee vis sers,die in Den Briel gevangen hadden gezeten. De magistraat stond Tseraerts te woord,maar weigerde volk in te nemen.Men trachtte daarop versterking vanuit Vlissingen te krijgen,terwij 1 de magistraat hulp vanuit Middelburg inriep.De troepen uit Middelburg werden onderschept door die uit Vlissingen en bij Zanddijk verslagen.Hopman de Rijk werd nu met zijn zegevierende troepen in Veere binnengelaten. Met Vlissingen en Veere had de Prins nu belangrijke bruggehoofden op Walcherendie versterkt en bevoorraad konden worden vanuit de zee.Beide steden werden door de Prins rijkelijk beloond voor hun deelname aan de opstand;ze werden als goede steden erkend,dwz. ze mochten verschijnen in de vergadering van de Staten van Zeeland.In de zomer lukte het ook Zierikzee voor de Prins te winnen.25 juli ging de stad over.Goes liet Tseraerts echter niet binnen;ook gewapenderhand kon deze stad niet worden bemachtigd.Tseraerts en Barthold Entes belegerden de stad met hun troepen,maar Alva zond Mondragon met drieduizend man. Vanuit de stad deed men bij het naderen van deze troepen een uitval,zodat deze de gelegenheid kregen de stad binnen te trekken en daarop de belegerde troepen konden verjagen. Intussen belegerde de Prins ook Middelburgdat van een sterke bezetting was voorzien.Met de vloot behaalde de Prins belangrijke voordelen,die beslissend zouden blijken voor de afloop.22-24 april leverden de Spaanse en de Geuzenvloot slag voor Vlissingen.Vele Spaanse schepen kwamen aan de grond te zitten.De overigen voe ren naar Rammekens en werden op weg naar Antwerpen ten dele nog bemachtigdeen van de overwinningen die 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 31