28n Niepnaerseen nuffig meisje.SchD (Zr: niepnaeseT (Po: verouderd); GOfl (Mei). Door Dl wordt als bet. gegeven iem. die overdreven precies en preuts is; ook: heel mager meisje;een ander aldaar veronderstelt een zuinig persoon"Anders gezegd: 'n grSotsig ding (Nz); 'n grootsige trien (Lam/Kt); 'n grSots stik stront (Axjn grootse poppe (Zsg); 'n groSze stienkert (Bzl)een verrekte pinne (Sis); 'n blaheur (Lam/Kt); 'n nuft (Mdb)'n kiedeetje/kadee (Ier7Kn); 'n schietvernien (Ndp)'t is 'emdetje/'emmetje raek m'n gatje nie (Bns;Anl); 'n opgedirkte boerewaegen (Psr7"l NAGEKOMEN REACTIE. Dhr.L.C.Oele,de corrector van het zetsel van Nehalenniatekende bij de regel 'e'urkt aan: men noemde dat ook puupeschof,d.w.z. even rust om een pijp te stoppen. Bij het woord "trinneerder" van~Phr. Danker (Ier) merkt hij op: een trinneerspae is een lange smalle spadeook wel spriet genoemd Hiermee konden èraalle sleuven gegraven worden juist breed gehoeg om een drainneerbuis in te leggen.Met de trinneerhuzze werd de gegraven greppel op de juiste diepte geschaafd,waarna met een trinneeraek de buizen werden gelegd. In Nehalennia 43 werd door Dhr.Smit(Svn) 'n huzze beschreven.Hierbij ook afbeeldingen van een oud en een nieuw model huzze. N.B. zjr srru-e cxTe 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 58