als de politiek het inhoudelijk beleid gaat bepalen. Het inhoudelijk beleid van een museum moet "boven" de politiek staan,hoewel een toetsing aan dezelfde politiek mij noodzakelijk lijkt.Immers de Provinciale Staten vertegenwoordigen de Zeeuwse bevolking,die gezamenlijk het museum financieel dragen. Het museum als instelling krijgt van de provincie een duidelijke richtlijn mee.Het instituutzal zich veel meer naar buiten moeten richten,wat o.a. tot uitdrukking komt in de aanstelling van educatieve medewerkers.Het Zeeuws Museum krijgt daarmee de mogelijkheid met de collectiesdie zij beheert meer naar buiten te treden. Wisselende presentatieszullen daar een onderdeel van moeten zijn. Een hele nieuwe taak,die het instituut toegemeten krijgt is een steunfunctie naar de overige museale instellingen in Zeeland. Het Zeeuws Museum "nieuwe stijl" krijgt de taak en ook de mogelijkheden de overige musea te assisteren met voornamelijk kennisaanwezig bij het provinciaal museum.Hiervoor zal een museum consulent aangetrokken worden,die mede als inter mediair zal moeten dienen tussen dit "kernmuseum" en de overige musea in Zeeland. De nota blijft wat betreft een zaak heel duidelijk. De provincie is verantwoordelijk voor provinciale zaken.Lokale aangelegenheden,is de verantwoorde lijkheid van lokale overheden.Door de aanstelling van de museumconsulent en enkele fondsen t.b.v. de overige musea in Zeeland wil zij toch deze vaak kleine instellingen enige steun verlenen en de deur naar hen niet direct dicht gooien. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 25