In de Oudelandpolder ontstond het dorpje Haestinge. Het wordt in een oorkonde van 1357 toen hertog Willem van Beieren aan de inwoners vrijdom van tol verleende - voor het eerst genoemd. Ook de ligging van het dorp in het land van St-Maartensdijk wordt genoemd.Het lag tussen de watermolen, de Sluysee en Pannekine(Keethil?) en tussen de Middeldijk en de Borden. Een eeuw later werd nog alleen van St-Maartensdijk gesproken.De naam is afgeleid van de patroonheilige van de kerk,de heilige Martinus,bisschop van het Franse Tours. In de volksmond wordt de plaats reeds lang Smeerdiek genoemd.Reeds de Chroniek van Zeeland van ca. 1690 vermeldt dit. Smallegange vermoedde dat dit gebeurde omdat de ingezetenen: 't zij weinig sin hebbende in dus danige sinten, 't zij gewoon zijnde de oprechte namen van steden en dorpen te verkorten". Uit het verlenen van tolvrijdom kunnen we conclu deren dat de plaats zeker al enige betekenis had. Leden van het geslacht Van Borssele waren toen heer van St-Maartensdijk.Florens van Borssele, overleden in 1422,is in de kerk van St-Maartens- dijk begraven.Zijn zoon Franck is de bekendste uit dit geslacht.Hij voerde een grote hofhouding. Zijn kasteel te St-Maartensdijk liet hij uitbrei den, hetgeen zeker van betekenis is geweest voor het nabij gelegen dorpje. Hij huwde in 1433 in de kerk te St-Maartensdijk met Jacoba van Beieren,gravin van Holland en Zeeland.Enige jaren eerder had Franck deze kerk tot kapittelkerk verheven. Na zijn dood in 1470 verwierf zijn zuster Alienora de heerlijkheid.Aan het eind van haar leven zal zij de plaats stadsrechten hebben verleend. Hiervan is geen oorkonde bekend.Ook over de aard van de stadsrechten tasten we in het duister. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1985 | | pagina 33